Bijna geruisloos is het 1 januari 2015 geworden, gemeenten zijn verantwoordelijk geworden voor een ongekend breed sociaal domein. De meeste raamcontracten zijn getekend en verleningsbeschikkingen afgegeven. Op veel plekken kostte dat veel moeite. Daardoor kwam de gewenste vernieuwing niet of nauwelijks tot stand. Een gemiddelde aanbieder is van twee zorgkantoren naar 20 gemeenten met 30 contracten gegaan. Zou dit de kwaliteit van zorg hebben verbeterd en de kosten hebben gedrukt? Ik neem u mee in drie vreemde gedachten die de transformatie ondermijnen. Als we niet oppassen.
De eerste vreemde gedachte is dat zonder controle alles mis gaat. Ik beheers, dus ik besta. Of zoiets. Wij mensen proberen grip te krijgen op de onzekerheid die de transitie voor iedereen met zich meebrengt. Want houvast is fijn. Daardoor laten we kansen voor innovatie in het nieuwe systeem, voor oud vuil liggen.. Meer en vooral verschillende regels, overleggen, meetinstrumenten en rapportages. Een nieuw keurslijf is geboren, in een aantal gemeenten strakker dan tevoren. Maar wat stond er in uw visiedocument? Stond daar niet iets van vertrouwen of resultaatsturing? Ik voel mij verplicht om ook mijn behoefte aan controle te beheersen (ja toe dan toch maar) en ook anderen van hun handelen bewust te maken. Zelf begin ik klein: ik laat mijn man de boodschappen doen zonder lijstje … Tsja, ik neem risico, dus ik leef.
De tweede vreemde gedachte is dat alles morgen opgelost moet zijn. Ik heb het over oplossingsgericht werken (de korte termijn staat centraal: zo snel mogelijk naar oplossing en afronding) versus resultaatgericht werken (je kunt aan het begin investeren om aan het eind goedkoper/beter uit te zijn). Het spanningsveld tussen dat wat de vernieuwers willen en dat wat de controleurs aankunnen maakt dat we eerder kiezen voor de snelle oplossing dan het duurzame resultaat. Een wijkteam dat drie keukentafelgesprekken voert met dezelfde burger, staat – bij wijze van spreken – binnen een week onder toezicht. Laten we ons sturen door incidenten? Trekken we al conclusies voordat we tijdens een zondagse wandeling onszelf eerlijk afvragen hoe erg het nou eigenlijk is? Of ingrijpen het beste is (en voor wie)? Want die drie gesprekken hebben er misschien wel toe geleid dat de burger zijn vraagstuk goed overziet, goed geďnformeerd is over (on)mogelijkheden en daarmee vanuit zelfregie aan de slag kan om zijn zelfredzaamheid en participatie te vergroten. En was juist dit niet het beoogde maatschappelijke effect? Ik hoef u niet voor te rekenen wat betaalbaarder is. Voorkom dit gevaar, vraag altijd naar het verhaal achter de cijfers en gebruik uw gezonde verstand. Spreek ons lerend vermogen aan. Durf te gaan wandelen; reflecteer en relativeer, ook door de week.
De derde vreemde gedachte is dat alles óf zwart óf wit is, links óf rechts. De afgelopen jaren liepen de zorgkosten uit de hand. Nederland heeft in vergelijking met andere landen in de wereld een genereus zorgstelsel, zo is algemeen bekend. Nu gaan we hervormen en zie ik een beweging ontstaan naar het andere uiterste: iedereen moet inleveren en alle zorgtaken kunnen door de buurvrouw worden overgenomen. Ik krijg er buikpijn van, want dit was toch niet de intentie? Het gaat er toch om dat alleen de mensen die het echt nodig hebben, ook in de toekomst, zorg kunnen ontvangen. Het is dus niet zwart of wit, maar er zijn wel –noem eens een getal- vijftig tinten grijs. Dit grijs vertegenwoordigt voor mij een evenwichtig stelsel. Dat vraagt flexibiliteit en creativiteit van ons: gemakkelijker kunnen we het niet maken, wel leuker en beter. We zijn allemaal gelijkwaardig, maar gelukkig niet gelijk. Dan zou het pas een grijze massa worden.
Bent u een aanbieder en denkt u dat dit alleen over de gemeente gaat, dan heeft u het mis. Een systeem houdt zichzelf in stand. U bent er hoe dan ook onderdeel van. Klaag niet, maar pak die handschoen op en laat zien dat u in staat bent deze drie vreemde gedachten in ons aller voordeel te ‘verdraaien’.
Als we niet oppassen ondermijnen we de transformatie; daar begon ik mee. We passen op! We zijn er immers zelf bij. Mijn advies: vertrouw uw partner, ga (samen) wandelen en zoek 50 tinten grijs. Mocht dit onverhoopt zakelijk gezien niet helpen, dan koester ik de hoopvolle gedachte dat uw relatie er wellicht door opbloeit.
Judith Kippers
We komen graag met jou en jouw organisatie in gesprek hoe we samen de zorg voor kwetsbare mensen beter kunnen maken.