Resultaten – Landelijke inventarisatie bouwplannen verpleegzorg
Resultaten – Landelijke inventarisatie bouwplannen verpleegzorg
Door de groeiende zorgvraag is de komende vijf jaar behoefte aan extra verpleegzorgplekken. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) wil, in het kader van het programma Wonen, ondersteuning en zorg voor ouderen (WOZO), een duiding van de bestaande regionale bouwplannen verpleegzorg. Bureau HHM onderzocht welke bouwplannen met betrekking tot verpleegzorgplekken er zijn, in welke fase deze plannen zich bevinden en of deze plannen nog kunnen worden aangepast in de richting van zorg zonder verblijf rekening houdend met zowel de bouwfasering als regionale factoren. De resultaten zijn inmiddels door de minister voor Langdurige Zorg en Sport, Conny Helder, aangeboden aan de Tweede Kamer met de Kamerbrief Ontwikkelingen ouderenzorg – kwaliteit van zorg.
Uit de regiomonitors van 31 zorgkantoren is bekend dat de sector voor de periode tot en met 2025 bouwplannen heeft voor 22.394 plekken (waarvan circa 48% zonder verblijf en 52% met verblijf). Gezien het voornemen in het coalitieakkoord om geleidelijk te komen tot het scheiden van wonen en zorg, heeft het kabinet een sterke voorkeur dat de nieuwe plekken vooral zonder verblijf worden gerealiseerd. Daarbij blijft het uitgangspunt dat de realisatie van de 22.394 plekken uit de regiomonitors behaald wordt, conform de bestuurlijke afspraken.
Uitkomsten onderzoek bouwplannen verpleegzorg bureau HHM
Uit ons onderzoek blijkt dat bij de opgegeven plannen van 12.015 intramurale verpleegzorgplekken sprake is van zowel uitbreiding van het aantal intramurale verpleegzorg-plekken (circa 8.800) als vervanging van bestaande intramurale plekken (circa 2.800) en dat enkele verpleegzorgplekken dubbel zijn geteld (circa 400).
De 8.800 voorgenomen of lopende uitbreidingen van intramurale verpleegzorgplekken zijn vooral bijbouw of opbouw bij bestaande panden van de zorgaanbieders. Soms is sprake van aparte nieuwbouw of het aanpassen van panden met voorheen een andere functie.
De komende vijf jaar zullen 4.800 van de uitbreidingsplaatsen voor mensen met een Wlz-indicatie nog met verblijf zijn in een verpleeghuissetting. Voor de andere circa 4.000 plekken is het waarschijnlijk mogelijk deze voor 2025 om te zetten naar het scheiden van wonen en zorg. Dit betreft een schatting van de zorgkantoren omdat bij alle plannen (inhoudelijke, financiële of klant-gerelateerde) factoren zijn, die er toe kunnen leiden dat het aantal omzetbare plekken uiteindelijk lager is. Bovendien kan een (nog onbekend) deel van de aangegeven 8.800 uitbreidingsplekken sowieso niet gerealiseerd worden, bijvoorbeeld door het ontbreken van bouwgrond. Zorgkantoren en zorgaanbieders gaan de komende maanden met elkaar in gesprek over de bouwplannen zodat in het najaar van 2022 meer duidelijkheid is over de werkelijk realiseerbare aantallen.
Aandachtspunten omzetten intramurale uitbreidingsplannen
Een mogelijke knelpunt in het omzetten van intramurale uitbreidingsplannen zit in de grote inspanningen die dit van de diverse stakeholders vraagt. Alle lokaal betrokken partijen moeten hieraan mee kunnen en willen werken. Zeker als de realisatie in uiterlijk 2025 niet in gevaar mag komen. Daarnaast kan het de huisartsenzorg en krapte op de arbeidsmarkt verder onder druk zetten. Ook zijn er doelgroepen waarvoor het scheiden van wonen en zorg inhoudelijk en praktisch niet altijd een passende zorgsituatie biedt.
Toekomst scheiden wonen en zorg
De ambitie uit de bestuurlijk afspraken uit 2021 (bron: Kamerstukken II, 2020/2021, 31 765, nr. 568) is dat voor de komende vijf jaar 25.000 verpleegzorgplekken worden gerealiseerd. Deze ambitie wordt vooralsnog niet aangepast aldus minister Conny Helder. Over de periode na 2025 schrijft de minister in haar kamerbrief: “Structureel is de intentie van scheiden van wonen en zorg om te komen tot een stabilisatie van het aantal verpleegzorgplekken met verblijf. Nu in de periode 2021-2025 een toename van het aantal verpleeghuisplekken is voorzien, zal in de periode 2026-2031 worden bezien of een deel van de bestaande capaciteit binnen de verpleeghuizen kan worden omgezet in geclusterde woningen waarbij zorg en verblijf zijn gescheiden.”
Meer weten over dit project
Neem gerust contact op met onze adviseurs
Kennismaken?
We komen graag met jou en jouw organisatie in gesprek hoe we samen de zorg voor kwetsbare mensen beter kunnen maken.