Wouter Hart en Marius Buiting maken in het boek Verdraaide organisaties prachtig inzichtelijk hoeveel organisaties momenteel zijn afgedreven van de eigenlijke bedoeling. Steeds meer organisaties raken verstrengeld in de systeemwereld, die oorspronkelijk gecreëerd is om de “echte” wereld te ondersteunen om optimaal die dingen te kunnen doen die de bedoeling zijn. Ik vraag mij af in hoeverre deze verdraaide organisaties kunnen overleven in de “nieuwe” zorgwereld die is ontstaan na 1 januari 2015 en vraagt om onder meer flexibiliteit, efficiëntie en kwaliteit.
Zorgorganisaties hadden in het verleden vaak te maken met één/enkele financier(s); in de “nieuwe” zorgwereld moeten zij cont(r)acten sluiten en onderhouden met soms wel twintig verschillende gemeenten met elk hun eigen voorwaarden en werkwijzen. Deze veranderingen leiden er toe dat steeds meer zorgaanbieders hun organisatie-inrichting kritisch tegen het licht houden en zich de vraag stellen of de huidige organisatie-inrichting nog wel aansluit op de “nieuwe” wereld. We merken dat deze organisaties veelal tot de conclusie komen dat er een mismatch is ontstaan tussen de wereld binnen de organisatie en de wereld daarbuiten.
Hoe nu verder?
Begin dit jaar benaderde een grote zorgorganisatie ons met de vraag om samen na te denken over de organisatie-inrichting van een nieuw op te zetten entiteit gericht op het voorliggend veld. Concrete aanleiding vormde de wens van het bestuur en de betrokken gemeenten om de Wmo-dienstverlening onder te brengen binnen een losstaand (onafhankelijk) organisatieonderdeel. Met een beperkte set aan randvoorwaarden kwamen we samen tot een nieuw(e) visie, organisatiemodel, bedrijfsvoering en bijpassend verdienmodel. Binnen al deze onderdelen nam de ware drijfveer van de organisatie een centrale plaats in: de mens centraal. Deze benadering resulteerde in een plat organisatiemodel waarbij de uitvoerend professionals samen met de klant de kern vormen. De concrete inkleuring van de teams gebeurt in de lokale context: samen met de bewoners en ketenpartners in de wijk. Zo zijn ze competent in de context. Hierbij zijn ‘het handelen/regelen’, ‘het inkleuren van de ruimte binnen de kaders’ en ‘het nemen van eigenaarschap’ uitgangspunten vanuit rollen die passen bij de professional. Het management en de staf krijgen een ondersteunde en faciliterende rol.
Ik werd gegrepen door de positieve energie die het model losmaakte binnen alle geledingen van de nieuwe organisatie. Het enthousiasme van de professionals maakt dat ik uitkijk naar de daadwerkelijke implementatie.
Veranderen betekent vaak het creëren van een stuk onzekerheid en het afscheid nemen van het oude vertrouwde. Maar het kan heel veel mooie resultaten opleveren zoals ‘een klant die zich ontwikkelt van passieve afnemer naar actieve, verantwoordelijke burger’ maar ook ‘een professional die de beweging maakt van uitvoerder van werk/taken naar een professional die verantwoordelijkheid neemt voor het welslagen van het ondersteuningstraject’. Dit soort resultaten zijn naar mijn mening van onschatbare waarde. Mijn advies is dan ook om de kansen die deze nieuwe zorgwereld biedt met beide handen aan te grijpen. Durf “het risico” te nemen!
We komen graag met jou en jouw organisatie in gesprek hoe we samen de zorg voor kwetsbare mensen beter kunnen maken.