Over een periode van twee jaar (2017 en 2018) onderzoeken we de doeltreffendheid van het keuzeproces van cliënten (klantreis) die binnen de Wlz gebruik gaan maken van V&V of GZ.
Dit brengen we in kaart door het ontwikkelen en bedienen van een kwalitatief monitoringsinstrument. Met dit monitoringsinstrument volgen we V&V-cliënten in Zuid-Limburg en GZ-cliënten in de regio Rotterdam.
De uitkomsten dienen de deelnemers aan het experiment (zorgaanbieders, cliëntorganisaties en brancheverenigingen) in staat te stellen tijdens het experiment te leren van de bevindingen en daarop – indien gewenst – hun aanbod, werkwijze of hun samenwerking aan te passen om de cliënt beter te kunnen ondersteunen en aan te sluiten bij hun wensen.
Het onderzoek biedt inzicht in het keuzeproces van de cliënt en de waardering door de cliënt van dit keuzeproces. Hierbij komen diverse aspecten aan de orde zoals geplande- en crisis-aanvragen, gebruik van informatiebronnen, overgangen van Zvw, Wmo, Jeugdwet naar Wlz, inzet van cliëntondersteuning, keuze van zorgaanbieders en keuze van aard en omvang van zorg nadat de cliënt een zorgaanbieder heeft gekozen.
Daarbij ontwikkelen we ook een aantal persona’s zodat professionals weten wat cruciale keuzeaspecten zijn bij bepaalde cliënten waarop ze adequaat kunnen inspelen.
Een visie op het zorglandschap van Groningen over twintig jaar met kaders voor de ver-sterkingsoperatie in het aardbevingsgebied. Dat is het doel van onze opdracht van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en het ministerie van Economische zaken.
De NCG zorgt in dialoog met de maatschappelijke stakeholders voor regie en sturing op een duurzame versterking van het aardbevingsgebied. Naast een programma voor woningen, scholen en dorpshuizen, is de NCG nu actief bezig met de zorgsector. Een stuurgroep met een brede afvaardiging van zorgbestuurders, zorgvastgoed, wethouders, zorgverzekeraar/zorgkantoor Menzis, het ministerie van VWS en de provincie Groningen werkt de komende maanden aan een gezamenlijke toekomstvisie op zorg in Groningen. Een visie waarbij de nadruk ligt op eigen kracht, regie op het eigen leven, participeren naar vermogen en zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Daarnaast dient de visie rekening te houden met de specifieke omstandigheden in Groningen op het gebied van de vergrijzing, krimp en aardbevingsproblematiek.
Benieuwd naar onze aanpak in dit traject?
Neem contact op met Lennart Homan of Patrick Jansen, t. 053 433 05 48.
De Wmo en Jeugdwet vragen van gemeenten om ervaringen van cliënten op te halen vóór 1 juli 2017. Om hierbij te helpen ontwikkelde de VNG standaardvragenlijsten. Onderzoeken op basis van deze vragenlijsten leveren veel kwantitatieve informatie op. Wij krijgen steeds vaker de vraag om aanvullend onderzoek te doen naar de kwalitatieve ervaringen van cliënten.
Gemeenten die gebruikmaken van de standaardvragenlijsten vragen om een duiding en praktische vertaling van de informatie. Zo is niet altijd duidelijk voor welke vorm van hulp de vragenlijst is beantwoord, omdat een respondent vanuit verschillende organisaties zorg en ondersteuning kan ontvangen. Ook ervaringen met en de rol van een wijkteam zijn niet altijd te achterhalen.
Wij helpen gemeenten dan ook, om naast kwantitatieve gegevens ook kwalitatieve gegevens te verzamelen en geven de resultaten overzichtelijk weer. Werkvormen zijn bijvoorbeeld (groeps)interviews of het organiseren van klantarena’s. Het resultaat is dat u de ervaringen van de cliënten kunt duiden en van hen en ons concrete aanbevelingen krijgt waar u als gemeente mee verder kunt.
Wilt u hier meer over weten?
Neem dan contact op met Sophie ten Hove, t. 053 433 05 48.
Voor meer informatie over de wettelijk verplichte cliëntervaringsonderzoeken kunt u terecht op de website van de VNG.
Eerder deelden wij een Infographic met u over de stappen die u kunt zetten om klaar te zijn voor het nieuwe Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. Eén van de eerste punten op de agenda is het vormen van een lerend netwerk voor 1 juli 2017. Om u hiermee op weg te helpen hebben we – in het kader van Eerste Hulp Bij Het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg – een ‘handig lijstje’ voor u gemaakt wanneer u aan de slag gaat met het lerend netwerk, ofwel een NetwerQ. Waar kunt u aan denken bij…
…het kiezen van partners voor uw NetwerQ?
…het opzetten van een NetwerQ?
…thema’s of vormen voor een NetwerQ op bestuurlijk of managementniveau
…thema’s of vormen voor een NetwerQ op medewerkerniveau?
Meer handvatten van ons ontvangen? Schrijf u dan in voor onze workshop ‘EHBK’ en leer in een halve dag welke impact het nieuwe Kwaliteitskader heeft op uw organisatie en hoe u dit handig en effectief aan kunt pakken.
De eerste workshop staat gepland op maandag 3 april 2017 van 12.00 – 16.00 uur in Amersfoort en kost € 299,- per persoon ex. btw. U kunt zich hier aanmelden.
Feedback geven en ontvangen is vaak lastig, maar essentieel voor een goede samenwerking, het ontwikkelen van talent en het verbeteren van de kwaliteit en prestaties.
Wij zien in de praktijk vaak dat mensen het lastig vinden om collega’s aan te spreken op gedrag of om feedback te ontvangen. In de verandertrajecten die wij begeleiden besteden we er op alle niveaus aandacht aan. Ook het nieuwe kwaliteitskader in de verpleeghuiszorg en gehandicaptenzorg vraagt nadrukkelijk aandacht voor leren en reflecteren als team, in verbinding met cliënten en verwanten. De manier waarop je omgaat met feedback is een vaardigheid die je kunt ontwikkelen.
Tijdens onze training Samen sterker door Feedback krijg je concrete handvatten en leer je samen met je team:
Dat feedback verschillende vormen kent (waarderend, coachend, evaluerend) en welke vorm het beste bij welke situatie past.
Je bewust te worden van de triggers van feedback die je verwarren of zenuwachtig maken. Met dit inzicht kun je het gesprek beter voeren.
Dat het normaal is om elkaar professioneel aan te spreken. Alleen dan kun je groeien als professional en team.
Concrete afspraken te maken over het omgaan met feedback in de dagelijkse praktijk.
De stallen van Olympisch springruiter Schröder, BWG Stables, vormden dinsdag 14 februari het decor voor de Groeidag van bureau HHM. Een dag lang gingen deelnemers aan de slag met de vraag: Hoe zorg je voor blijvende verandering door samen te werken? “Super om op zo’n locatie geïnspireerd te worden. Ik heb naast de inhoud ook veel opgestoken van de gebruikte werkvormen.”
Op het programma stonden verschillende workshops die de toepasselijke naam Hindernis meekregen:
Hindernis 1 Waarden waarmaken door Ingrid Omen
Hindernis 2 Alle stemmen tellen door Chantal IJland
Hindernis 3 Blijvend veranderen door Judith Kippers
Wim Schröder hield een inspiratieclinic over het hebben van een visie, de kracht van samenwerking en het benutten van talent. Tijdens zijn clinic vroeg iemand Wim: “Hoe weet je of een paard fit is?” Hij antwoordde kordaat: “Dat merk je wel als ruiter”. Zijn antwoord sloot precies aan op de essentie van de workshop Blijvend veranderen van Judith Kippers. Judith: “Wat je vaak ziet is dat organisaties die een verandering willen doorvoeren hier een vast stramien voor hanteren: van het schrijven van een plan tot de implementatie. Vaak gaat het dan over concrete acties op vastgestelde momenten. De voortgang wordt gemeten en aan het einde van het traject ‘moet’ de verandering er zijn. In de praktijk zie je dat het vaak anders werkt. Iedereen heeft zijn eigen verandertempo en de voortgang hoef je vaak helemaal niet te meten. Je weet wel wat goed gaat en waarvoor extra aandacht nodig is. Door hierop te vertrouwen en aan te sluiten bij het eigen tempo van mensen kom je vaak een stuk verder en creëer je blijvende verandering.”
Hoe kom je nu tot gedragen besluiten? Het antwoord hierop in de workshop van Chantal was: geen beslissingen voor, maar met mensen maken. Chantal: "We zien in verandertrajecten vaak dat organisaties medewerkers wel laten meedenken en meepraten, maar niet of beperkt betrekken in de besluitvorming en dat bij besluitvorming vaak de ‘meeste stemmen tellen’. Door alle perspectieven te horen EN te benutten, vermindert sabotagegedrag en verhoog je de kwaliteit van een besluit. Deep Democracy is daarbij een zeer bruikbare methodiek. Aan de hand van dit gespreksmodel hebben de deelnemers vandaag ervaren dat het meerwaarde heeft de stem van de minderheid aan de meerderheidsbeslissing toe te voegen. Je komt tot betere besluiten en meer draagvlak.”
Waarden waarmaken hoe doe je dat? Hierop zochten deelnemers het antwoord tijdens de workshop van Ingrid. “Veel organisaties werken met waarden en stelden deze waarden vast met meerdere mensen uit de organisatie. Hoe je ze vervolgens ook waarmaakt is binnen veel organisaties nog een uitdaging. Wij ervaren binnen verandertrajecten dat het helpt om de waarden heel concreet naar gedrag in de dagelijkse praktijk te vertalen en te verbinden aan de doelen die je wilt bereiken. Wij helpen organisaties hierbij.”
De dag werd afgesloten met een Barrage waarin iedereen de gelegenheid kreeg om specifieke vragen te stellen of om ervaringen te delen en feedback te vragen. Deelnemers maakten kennis met dynamische werkvormen om ook in de eigen organisatie toe te passen en gingen naar eigen zeggen naar huis met: “Veel inspiratie, energie en stof tot nadenken.”
De toekomst van het persoonsgebonden budget (pgb) staat op 30 maart centraal in het Cinemec congrescentrum in Utrecht. Vlak na de Tweede Kamer verkiezing. De ondertitel is daarom: nieuwe ronde, nieuwe kansen voor het pgb? Staatssecretaris Martin van Rijn opent het congres. Nico Dam, partner binnen bureau HHM, houdt een inleiding over de geschiedenis van het pgb met als titel: Geschiedenis PGB als basis voor de toekomst?
Tal van actuele onderwerpen en innovatieve voorbeelden uit binnen- en buitenland passeren die dag de revue. Naast workshops en lezingen zijn er korte flitspresentaties.
De volgende vragen komen aan de orde:
Hoe kunnen we in Nederland zorgen voor een toegankelijk en eenvoudig pgb in alle vier de zorgwetten?
In hoeverre is meer preventie en minder recherche een oplossing voor een fraudevrij persoonsgebonden budget?
Welke interessante (regionale) innovaties zijn er op pgb-gebied?
Hoe inventariseer en meet je de zorg- en ondersteuningsbehoeften tijdens een keukentafelgesprek bij een pgb-aanvraag?
Op het eind van het congres kruisen diverse sprekers verbaal de degens aan de hand van een aantal pittige stellingen. Via live voting kunnen bezoekers meestemmen.
Meer weten?
Per Saldo en prof. Guus Schrijvers organiseren dit congres samen. Kijk voor meer informatie op: guusschrijvers.nl/pgb-congres/.
Welke acties moet u als zorgorganisatie uitzetten om te voldoen aan het nieuwe Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg? Wij maakten het inzichtelijk met een infographic. Met deze infographic brengen we een aantal belangrijke punten uit het kwaliteitskader in beeld en geven weer wanneer u welke acties moet uitzetten.
Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg
Het Kwaliteitsinstituut Nederland stelde afgelopen week het nieuwe Kwaliteitskader Verpleeghuiszorgvast. Met dit nieuwe kwaliteitskader krijgt de sector:
een kader wat cliënten en hun naasten mogen verwachten;
een set met aanbevelingen om samen de kwaliteit te verbeteren en het lerend vermogen te versterken;
een kader voor extern toezicht en zorginkoop.
Infographic kwaliteitskader
Onze infographic is geen samenvatting van het kwaliteitskader maar een visueel actieplan voor uw organisatie. Download de infographic hier. Voor vragen over de infographic of hulp bij de implementatie kunt u contact opnemen met Ina Diermanse, t. 053 433 05 48.
In de week van 21 t/m 27 januari is de e-healthweek in Nederland. Bureau HHM doet hier met plezier aan mee in de vorm van een workshop over de methode Levenskracht, voor alle belangstellenden. De workshop is op 23 januari van 15.00 – 17.30 uur bij bureau HHM aan de Thermen 1 in Enschede. Opgeven kan door een email te sturen naar Erik-Jan Vlietman.
Over Levenskracht
Levenskracht is de praktische aanpak voor gemeenten, wijkteams en professionals om de veranderingen in het sociaal domein vorm en inhoud te geven. Levenskracht helpt inwoners in beweging te krijgen. Zelfredzaamheid, eigen kracht, participatie en solidariteit krijgen met Levenskracht echt betekenis.
Over de e-healthweek
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en ECP | Platform voor de InformatieSamenleving houden van 21 t/m 27 januari 2017 de e-healthweek. Het doel is om zoveel mogelijk mensen op verschillende plekken in Nederland in contact te brengen met e-health en hen de mogelijkheden te laten ervaren.
E-health gaat over digitale toepassingen in de zorg. E-health biedt een legio aan mogelijkheden voor zieke mensen, maar helpt ook bij preventie en het monitoren van de gezondheid. Door het gebruik van e-health-toepassingen kan de zorg efficiënter worden ingericht waardoor de kwaliteit van zorg verbetert. Zorgverleners krijgen namelijk meer tijd voor mensen.
Kwaliteit is een terugkerend item als het gaat over doelgroepenvervoer. Zo ook tijdens het rondetafelgesprek Doelgroepenvervoer in de Tweede Kamer op maandag 16 januari. Wij volgden dit gesprek met grote belangstelling. Om de kwaliteit te verbeteren werden verschillende oplossingen aangedragen. De belangrijkste:
Meer sturen op kwaliteit in plaats van op prijs in aanbestedingen
Meer onafhankelijk klanttevredenheidsonderzoek
Versimpelen van de regelingen waarmee een cliënt toegang kan krijgen tot vervoer
Meer maatwerk bieden, meer kijken wat een cliënt zelf wil en nodig heeft
Kostendekkende tarieven
Het viel ons op dat het belang van gedegen en actuele kennis onvoldoende naar voren kwam tijdens dit rondetafelgesprek. Inge Tensen: “De discussie rondom het leerlingenvervoer leek vooral over de keuzevrijheid van ouders bij het kiezen van een school te gaan, waardoor de reistijden van leerlingen soms lang zijn. Inzicht in de consequenties van deze keuzevrijheid kan helpen bij het maken van keuzes of het vaststellen van beleid voor de maximale reistijd van leerlingen. Betekent extra reistijd dat een kind beter tot zijn of haar recht komt, dan is het die extra reistijd waard. Alleen met de juiste kennis kun je een zuivere discussie voeren. Je weet dan ook wat de consequenties zijn van het eventueel verruimen of inperken van de keuzevrijheden en -mogelijkheden.”
In de discussie over de Regiotaxi speelden wachttijden een belangrijke rol. In de Tweede Kamer sprak men over de variabele wachttijden in het Regiotaxi vervoer. Soms oplopend tot drie kwartier. Deze lange wachttijden werden in de gesprekken wel genoemd als probleem, maar een concrete oplossing bleef uit. Inge Tensen: “De vraag die je hierbij zou moeten stellen, is hoe je kunt sturen op de tijden van het vervoer, zodat de wachttijden korter worden. Voordat je hier antwoord op kunt geven moet je eerst weten welke factoren die wachttijden beïnvloeden. Om hier beleid op te maken, moet je je vervolgens afvragen hoe belangrijk je die verschillende factoren vindt en hoe zwaar je ze laat meewegen in de uiteindelijke beleidskeuzes.”
Kwalitatief goed en betaalbaar vervoer kan, als je verstandige keuzes maakt. Verstandige keuzes maken kan, als je over de juiste informatie beschikt. Bureau HHM helpt u graag bij het genereren van de juiste informatie. Wij dachten al in veel gemeenten mee over kwaliteit en mobiliteit en voerden daarbij de benodigde analyses uit. Inge: “Ons voordeel is dat we de cijfermatige kant van het vervoer kunnen verbinden met de menselijke kant: hoe zorgen we voor de beste oplossing voor de klant en vergroten we tegelijkertijd het inzicht in de effecten hiervan.”
Wilt u hier meer over weten? Inge Tensen en Lennart Homan zijn binnen bureau HHM gespecialiseerd in mobiliteit van kwetsbare mensen en vertellen u graag meer. t. 053 433 05 48.
Wij begeleiden organisaties met verschillende vraagstukken variërend van zelforganisatie, het versterken van teams en vakmanschap tot kwaliteitsverbetering. In al deze trajecten blijkt samenwerken de sleutel tot succes. Hoe zorg je er nu voor dat de samenwerking soepel verloopt en blijvende verandering ontstaat?
Tijdens onze Groeidag op 14 februari 2017 leer je daarom hoe samenwerken bijdraagt aan succesvol en blijvend veranderen. Op het programma staan:
• Hoe vertaal je kernwaarden naar de dagelijkse praktijk?
• Hoe werk je samen vanuit de kernwaarden van de organisatie?
• Hoe zorg je samen dat een verandering een blijvend effect heeft?
• Hoe neem je de verschillende ‘stemmen’ uit jouw organisatie mee?
• Hoe faciliteer je het gesprek of voer je de dialoog met elkaar (met medewerkers en cliënten)?
• Hoe doorbreek je samen bestaande patronen?
Uw vraagstuk centraal
Er is ook ruimte om een eigen casus in te brengen. Je krijgt zo gericht advies en antwoord op jouw vragen.
Unieke locatie
Ook in de paardensport worden topresultaten alleen behaald als mensen, ruiters en paarden optimaal samenwerken! Daarom vindt deze dag plaats op een unieke paardensportlocatie: de stal van Olympisch ruiter Gerco Schröder: één van Nederlands grootste springruiters. U krijgt een kijkje in de stal en we maken tijdens deze Groeidag op een verrassende manier een koppeling met uw eigen vraagstuk.
Voor wie: bestuurders, managers, zorgprofessionals, beleidsmedewerkers en iedereen die betrokken is bij of geďnteresseerd is in samenwerking en veranderprocessen Wanneer:14 februari 2017 Waar:BWG Stables in Tubbergen Kosten: € 165,- (ex. BTW)
Vandaag heeft het Kwaliteitsinstituut Nederland het Kwaliteitskader Verpleegzorg officieel vastgesteld.
Hiermee krijgt de sector een kader wat cliënten en hun naasten mogen verwachten, een set met aanbevelingen om samen de kwaliteit te verbeteren en het lerend vermogen te versterken en een kader voor extern toezicht en zorginkoop.
Dit kwaliteitskader geeft mooi the state of the art over kwaliteitsdenken weer. Hoofdstuk 6 gaat in op de personeelssamenstelling. Hierbij sluit onze competentie leidraad aan. In dit instrument staat de behoefte van de klant centraal in het denken van teams voor het inzetten van de juiste competenties.
Opvang en Beschermd Wonen vormen een complex veld waar de komende jaren veel wordt gevraagd van centrumgemeenten. Enige historische kennis en context zijn behulpzaam om dit veld goed te overzien, de logica van de bewegingen te begrijpen en een goede positie te kunnen innemen richting aanbieders (in het bijzonder voor mensen die relatief kort in dit veld werkzaam zijn).
Sylvia Schutte (senior adviseur bij bureau HHM en al jaren werkzaam in dit veld) ontwikkelde een workshop, van een halve dag, op dit terrein. Zij gaat daarbij in op:
de ontwikkeling van AWBZ tot Wlz en het huidige afwegingskader van de Wlz;
de ontwikkeling van RIBW’en tot Beschermd Wonen (geschiedenis van de GGz);
de geschiedenis (van de financiering) van de (maatschappelijke) Opvang.
Dit doet zij aan de hand van enkele (voor Opvang en BW) cruciale gebeurtenissen of momenten in de tijd, zoals bijvoorbeeld het IBO-rapport over de Opvang, de modernisering van de AWBZ, het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang en de Stedelijk Kompassen, het bestuurlijk Akkoord GGz, de decentralisatie van AWBZ naar Wmo en de overdracht van Beschermd Wonen en de recente Toekomstvisie Beschermd Wonen.
Om goed te kunnen aansluiten bij de behoefte van de beleidsambtenaren inventariseert zij eerst waar eventuele vragen liggen.
In de regio Rijnmond werken 15 gemeenten samen rond de gespecialiseerde jeugdhulp. Vanuit deze Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) is afgelopen jaar een traject gestart om de bekostiging van deze jeugdhulpvoorzieningen resultaatgericht te maken. De Regio Rijnmond heeft gekozen om te gaan werken met (drie) resultaatgebieden en (drie) ondersteuningselementen. Door combinaties te maken kan de focus op de problematiek van een kind/jeugdige worden verlegd naar de te behalen resultaten waarop wordt bekostigd. Begin december 2016 hebben de regionale wethouders ermee ingestemd dat dit nieuwe stelsel vanaf 2018 wordt ingevoerd.
Bureau HHM levert een bijdrage aan de voorbereiding op de implementatie. In opdracht van de GRJR werken we mee aan het concretiseren van de resultaatgebieden en de ondersteuning-selementen en we helpen mee de bijbehorende budgetten te bepalen. Dit doen we in nauwe dialoog met de betrokken aanbieders. Na een aantal consultatiebijeenkomsten is in de laatste maanden van 2016 is een uitvraag gestart onder de verschillende aanbieders. Daarmee verzamelen we informatie over de huidige inzet aan ondersteuning, gekoppeld aan de nieuwe beschrijvingen. Deze gegevens verwerken we in een rekenmodel dat inmiddels in samenspraak met financieel deskundigen van aanbieders (HEAD’s) is opgesteld.
Parallel aan dit traject wordt, eveneens in samenwerking met regionale aanbieders en met consulenten van de lokale toegang tot jeugdhulp, gewerkt aan het opstellen van voorbeeld casuďstiek. Daarmee onderzoeken we later de mogelijke effecten van nieuwe budgetten. Dit rondrekenen is een belangrijke stap in het proces van beheerste implementatie, waarmee de overstap van productbekostiging naar resultaatbekostiging in de regio Rijnmond in 2017 gepaard gaat.
Onze bijdrage wordt verwerkt in het bestek waarmee de regio begin 2017 het proces van contractering start. Opvallend is dat het onderscheid tussen de drie klassieke sectoren, jeugd-GGZ, gehandicaptenzorg en jeugd- en opvoedhulp, verdwijnt.
Het is alweer december. Een verwachtingsvolle maand, waarin alle doelen van 2016 nog ‘even’ waargemaakt moeten worden. En waarin we ons voorbereiden op wat het nieuwe jaar ons gaan brengen. Een maand dus om stil te staan, terug te kijken en van daaruit vooruit te zien.
Het afgelopen jaar hebben wij op diverse plekken in het land meegedacht en meegewerkt aan misschien wel de meest complexe, intense, boeiendste verandering in tijden: de transformatie in het sociaal domein. Het is bewonderenswaardig wat gemeenten en hun maatschappelijke partners al bereikt hebben. En we zien ook nog heel veel kansen, soms meesterlijk verpakt in ogenschijnlijk onoplosbare problemen.
Kansen waarmee we aan de slag kunnen en moeten. Want we hebben een bescheiden rolbekwame en rolvaste overheid nodig. En een wakkere samenleving. Steevast horen of zien we de vraag: ‘Hoe doen we dat dan?” Nou, door kansen allereerst te zien. En door vervolgens een eerste stap te zetten.
Omdat niemand dit alleen kan, reiken wij u de hand. In deze Transformatiegids schetsen we een aantal transformatiekansen en bijbehorende eerste stappen.
In dit eerste deel allereerst de kansen voor het gemeentelijk bestuur. Want als ons iets duidelijk is geworden in 2016, is het dat de gemeente haar burgers alleen maar kan laten bewegen, als zij eerst zelf in beweging komt. Als rolmodel in deze bijzondere trektocht.
Dat start ons inziens bij het denken, en uit zich snel daarna in het doen. Wij wensen u daarom in december tijd toe om te bezinnen, kansen te zien en te pakken. En zo uw verwachtingen en verlangens voor 2017 waar te maken. En geen zorgen, want na stap 1 komt altijd stap 1.
In januari 2017 verschijnt deel 2 van deze Transformatiegids, met hierin de kansen voor de gemeentelijke organisatie in 2017.
Weet de gemeente precies hoeveel het uitgeeft in het sociaal domein en waaraan? Enerzijds horen wij van gemeenten dat zij niet altijd over accurate gegevens beschikken en dat zij tekorten verwachten (met name op de jeugd-GGZ); anderzijds wordt in de media gesuggereerd dat er ca. € 1,2 miljard overblijft. Dat kan niet allebei waar zijn.
Beantwoording van de vraag naar feitelijke uitgaven en naar de duiding van doelmatigheid en effectiviteit van die uitgaven, vraagt om specifieke kennis en expertise. Mede daarom heeft HHM in het netwerk naar die expertise gezocht en gevonden. In samenwerking met een partner kunnen we de gemeenten helpen bij het analyseren van de feitelijke uitgaven in het sociaal domein (jeugdhulp, Wmo, vervoer, etc.) en het spiegelen daarvan met andere gemeenten. Op basis daarvan kunnen we trendanalyses maken, ketens doorlichten, benchmarken, etc.
Meer weten?
bel Nico Dam of Albertus Laan, t. 053 433 05 48.
Om u te helpen bij de ketenbenadering ontwikkelden we afgelopen zomer het schema Ketenaanpak Beschermd Wonen met tien belangrijke aandachtspunten. Vanuit ons netwerk ontvangen we positieve reacties. In de praktijk blijkt het schema te helpen bij het maken heldere afspraken over de doorstroom in lijn met de toekomstvisie van de commissie Dannenberg: waar mogelijk herstel midden in de samenleving en een integrale aanpak (met o.a. de Wmo en Jeugdwet).
Op 22 maart 2016 nam de Tweede Kamer een motie aan waarin de indieners constateren dat het ontbreken van een apart Wlz-afwegingskader voor kinderen in de praktijk leidt tot problemen in de toegang tot zorg voor kinderen met een ernstige meervoudige beperking (emb).
Om zicht te krijgen op deze problematiek gaf het ministerie van VWS ons de opdracht voor een onderzoek dat inzicht moet bieden in de kenmerken van kinderen met een ernstig meervoudige beperking, de knelpunten rondom de toegang tot zorg uit de Wlz, Jeugdwet en Zvw en de mogelijke oplossingen en verbeteringen.
Projectleider Patrick Jansen: “Op basis van onze kennis van de wet- en regelgeving weten we dat de aanspraken van de verschillende wetten in principe helder zijn. Daarnaast horen we van diverse professionals en cliëntvertegenwoordigers, dat er cliënten tussen wal en schip vallen. Met dit onderzoek krijgen we de kans om duidelijk te krijgen waar het precies mis gaat. Bij kinderen zijn het vaak de ouders die tegen problemen aanlopen. Daarom betrekken wij ouders actief bij dit onderzoek.”
Burgemeester Ferd Crone van Leeuwarden presenteerde vanmorgen de Handreiking Implementatie AVE (Aanpak Voorkoming Escalatie). Hij deed dit in zijn functie als Voorzitter van de Veiligheidsregio Fryslân tijdens een, door Veiligheidsregio en Veiligheidshuis Fryslân, georganiseerde bestuurlijke conferentie in het WTC Expo te Leeuwarden.
De handreiking is een vervolg op een eerdere AVE uitgave waarin met name de opbouw vormgeving van het model centraal stond. Op basis van de inmiddels opgedane ervaringen met AVE wordt in de handreiking de nadruk gelegd op wat er komt kijken bij de implementatie van AVE in de praktijk. Tevens worden gemeenten duidelijke hulpmiddelen aangereikt om een eigen AVE te ondersteunen.
AVE is een programmatische aanpak ontwikkeld door de gemeente Leeuwarden samen met bureau HHM. AVE is ontstaan vanuit de gesignaleerde behoefte aan een uniforme aanpak van sociale incidenten. Door de toegenomen verantwoordelijkheden van de gemeente in het sociaal domein sinds de 3 decentralisaties is die behoefte alleen maar toegenomen. Voor het voorkómen en oplossen van sociale problemen blijkt nauwe samenwerking tussen alle betrokken partijen van groot belang. AVE heeft onder andere als doel deze samenwerking goed in beeld te brengen en zo vloeiend te laten verlopen. Er is sprake van een duidelijke regie zodat de dreiging van een mogelijke escalatie van de problemen tijdig kan worden afgewend.
Naast Leeuwarden hebben inmiddels diverse gemeenten in Nederland AVE geďmplementeerd. De opgedane ervaringen zijn door bureau HHM gebundeld en in de handreiking verwerkt. Het laat praktijkvoorbeelden en aandachtspunten zien waar andere gemeenten van kunnen leren. Met de handreiking wordt het proces van implementatie verder ondersteund.
Meer weten?
Neem dan contact op met Sophie ten Hove, t. 053 433 05 48.
In opdracht van een centrumgemeente ontwikkelden we een prognosemodel voor de Wmo. Dit model maakt een betrouwbare schatting van de toekomstige indicaties en declaraties.Het is gebouwd in Excel en eenvoudig in gebruik. Lennart Homan, bureau HHM: “Met het model krijg je als gemeente zicht op de totale Wmo-uitgaven en is het mogelijk om vroegtijdig bij te sturen.”
Het prognosemodel helpt gemeenten bij nieuwe inkooprondes en het doelmatig verdelen van de budgetten over de verschillende ondersteuningsvormen. Lennart: “Het model is gestaafd op de financiële kant van de ondersteuning, maar gaat wat ons betreft over meer dan dat. Vanuit het inzicht dat het model biedt, ontstaat rust en vanuit die rust kan ruimte voor vernieuwing en verbetering van de kwaliteit van ondersteuning worden benut.” Het Wmo-prognosemodel:
werkt met actuele gegevens van de gemeente zelf;
is eenvoudig aan te passen aan de specifieke ondersteuningsvormen van de gemeente;
houdt rekening met het na-ijleffect van indicaties en declaraties;
is dynamisch doordat het de prognose automatisch bijstelt op basis van nieuwe indicatie en declaratie-gegevens.
Het prognosemodel is in eerste instantie ontwikkeld voor de Wmo, en is ook te gebruiken voor de Jeugdwet.
Meer weten? Lennart Homan vertelt u graag meer, t. 053 433 05 48
Indrukwekkende, ontroerende en mooie momenten. In ons werk als adviseur maken wij dagelijks heel wat mee. Een aantal van deze momenten delen wij graag in de vorm van inspirerende verhalen. De volgende in de reeks is een verhaal van Ina Diermanse.
Haar verhaal gaat over wat zij leerde over de nieuwe heup van haar schoonmoeder en de zorg in de keten: “De afzonderlijke schakels zijn prima in orde.. wie helpt de ketting rijgen? Mijn handen jeuken…”
Twee jaar lang werkten 22 zorgorganisaties aan de uitdagingen bij de implementatie van zorgtechnologie in de Thematranche Technologie van In voor zorg!. Ina Diermanse begeleide drie organisaties bij de visievorming en implementatie. Vandaag was de slotbijeenkomst ‘zorg met technologie: doorbraak of doodlopende weg?’. Deelnemers presenteerden hun projecten en geleerde lessen. Op de website van In voor zorg! staan nu drie publicaties waarin de organisaties ervaringen methodieken en instrumenten delen.
Meer weten?
Ina Diermansevertelt u graag meer, t. 053 433 05 48.
De helft van de mensen op de wachtlijst voor het verpleeghuis blijft het liefst zo lang mogelijk thuis wonen. Maar liefst 49% van de 13.634 cliënten op de landelijke wachtlijst wil op dit moment niet naar een verpleeghuis. Dat blijkt uit het onderzoek Wachtlijsten in de Wlz – Wensen en behoeften van wachtendendat bureau HHM deed in opdracht van het ministerie van VWS. Het onderzoeksrapport is op 3 november aangeboden aan de Tweede Kamer.
Bureau HHM doet sinds 2000 onderzoek naar wachtlijsten in de langdurige zorg. Adviseur Nienke van Vliet: “Dit is de eerste keer dat door het ministerie van VWS nadrukkelijk de vraag is gesteld om de wensen en behoeften van de wachtenden – ouderen en gehandicapten – in kaart te brengen. Waar het eerder vooral ging om aantallen, kwantiteit, is nu de focus gelegd op kwaliteit: wat willen mensen en waarom. Wat blijkt is dat een groot deel van de wachtenden op de lijst zo lang het nog gaat thuis wil blijven wonen. De wachtlijst voor opname in een verpleeghuis kan dus een stuk korter worden als je de ondersteuning thuis, zowel voor de cliënt als van de mantelzorger, goed regelt. Daarmee sluit je aan op het kabinetsbeleid en belangrijker nog: op de wens van de cliënt.”
Uit het onderzoek blijkt dat de wachtlijst op 1 mei 2016 uit drie groepen mensen bestaat:
Groep 1: Cliënten bereid tot opname, ook bij een andere instelling dan die van voorkeur: 1.500 cliënten (11%); Groep 2: Cliënten bereid tot opname, alleen bij de instelling van voorkeur: 5.454 cliënten (40%); Groep 3: Cliënten die zo lang mogelijk thuis willen wonen: 6.680 cliënten (49%).
De bereidheid tot opname van de eerste groep mensen is groot, waardoor zij ook open staan voor opname bij een andere instelling dan die van voorkeur. In de praktijk zien aanbieders bij het aanbieden van een alternatief, dat cliënten toch vaak afzien van dat aanbod. Van deze eerste groep cliënten geeft 49% aan dat het thuis niet meer gaat. Van de mantelzorgers geeft 36% aan het verlenen van zorg zwaar te vinden.
Een tweede groep cliënten staat op de wachtlijst, maar wil geen gebruik maken van het beschikbare aanbod. Deze cliënten willen alleen op een specifieke locatie gaan wonen en wachten tot daar een plek is. Van deze tweede groep cliënten geeft 45% aan dat het thuis niet meer gaat. Van de mantelzorgers geeft 42% aan het verlenen van zorg zwaar te vinden.
De derde en grootste groep is op dit moment niet bereid tot opname en wil zo lang mogelijk thuis blijven wonen, ook al komt er een plek vrij bij de voorkeursaanbieder. Zij wonen veelal met een partner of een familielid. Van deze derde groep cliënten geeft 42% aan dat het thuis redelijk gaat. Van de mantelzorgers geeft 43% aan dat het verlenen van zorg redelijk gaat.
Het grootste deel van de wachtenden ontvangt zorg tijdens het wachten: 8% van de mensen ontvangt tijdelijk verblijf in een andere instelling, 78% ontvangt professionele zorg thuis, 69% ontvangt mantelzorg en 8% vrijwillige zorg. Cliënten zijn over het algemeen tevreden over deze zorg.
Vernieuwde en verbeterde ondersteuning van inwoners door een optimale samenwerking tussen alle betrokken partijen. Dat is gerealiseerd in het project In&Out in Kampen en het project SamenZwartsluis in Zwarte-waterland.
Inwoners gaven aan wat zij nodig hebben. Vervolgens is samengewerkt aan oplossingen. Een van de zichtbare resultaten is het SamenZwartsluisPunt. Inwoners en professionals kunnen hier terecht met al hun vragen op het gebied van welzijn en zorg. Een brede scholing van professionals in Kampen heeft bijgedragen aan de Kanteling in de zorg. Marco Wolves en Sanja Bouman werkten als InvoorZorg! coaches mee aan deze projecten.
In&Out Kampen
In de wijken Brunnepe en Hanzewijk in Kampen werkten vijf aanbieders en de gemeente intensief samen aan ‘meer welbevinden en minder zorg’ voor inwoners van 65 jaar en ouder. De wensen en behoeften van inwoners zijn in kaart gebracht aan de hand van Levenskracht. Professionals zijn gestimuleerd en ondersteund bij het gekanteld werken waarbij de inwoners centraal staan. Het Hometeam is opnieuw ingericht en doorgestart, in dit overleg kunnen professionals multidisciplinair inspiratie opdoen hoe moeilijke casuďstiek aan te pakken. Op korte termijn komt er een digitaal wijkplatform waar inwoners en professionals alle wijkinformatie kunnen vinden.
SamenZwartsluis
In Zwartsluis startten vijf aanbieders en de gemeente Zwartewaterland de netwerkorganisatie SamenZwartsluis. Deze netwerkorganisatie richt zich op eigen kracht en samen-kracht van inwoners met waar nodig aanvullende ondersteuning op maat. Inmiddels zijn alle denkbare (maatschappelijke) partijen betrokken bij SamenZwartsluis. De samenwerking tussen alle betrokkenen in het dorp is sterk geďntensiveerd, er zijn op basis van de vraag van inwoners nieuwe mogelijkheden voor ondersteuning gerealiseerd en de opening van het SamenZwartsluisPunt is een heel zichtbaar resultaat.
Meer informatie over de aanpak, resultaten en mogelijkheden voor uw situatie?
Neem dan contact op met Marco Wolves of Sanja Bouman, t. 053 433 05 48.
Organising Healthcare Innovations. Dat is dit jaar het thema van het vierde Healthwise congres op vrijdag 4 november aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Dit toonaangevende congres brengt academici, professionals en beleidsbepalers samen. Keynote sprekers zijn Kieran Walshe (Manchester Business School), Philippe Delespaul (Maastricht University) en Henk van der Wal (Instituut Samenwerking Defensie en Relatieziekenhuizen onderdeel van het Ministerie van Defensie). Ook HHM-collega’s Sanja Bouman en Erik-Jan Vlietman spreken tijdens dit congres. Zij vertellen meer over het organiseren van innovaties en Levenskracht.
Sanja Bouman: “Met Frieslab vonden we een succesvolle manier om innovatie te organiseren. Door te werken met pilots en mensen met ideeën en kennis aan elkaar te verbinden kwam vernieuwing tot stand. Het leidde tot een totaalaanpak voor verandering in het sociale domein. Die begint bij de burger. Levenskracht begint daar ook.”
Erik-Jan Vlietman: “Het is mooi dat Levenskracht een plek op dit congres heeft, omdat het een innovatieve methode is die zowel inwoners als professionals helpt om te bepalen wat de inwoner belangrijk vindt en doelgericht te werken aan nieuw evenwicht. Dit doen we door alle leefgebieden te bespreken en er voor te zorgen dat de regie bij de inwoner ligt. Door inwoners te motiveren zelf aan de slag te gaan met hun leven, ontstaat een duurzame oplossing en wordt de eigen kracht van de inwoner zoveel mogelijk gestimuleerd. Het gaat om een nieuwe manier van denken. De Levenskracht methode helpt professionals om zich deze nieuwe denkwijze eigen te maken en te vertalen naar de dagelijkse praktijk.”
U kunt zich nog steeds inschrijven voor dit congres. Meer informatie en een inschrijflink vindt u hier.
Heeft u in uw werk te maken met meerdere wettelijke kaders en wilt u weten welke zorg en ondersteuning onder welke wet valt? Zonder dat u alle wetteksten moet kennen? Speel dan samen met ons het Kennisspel Wettelijke Kaders Zorg & Sociaal domein. Stap op het levensgrote doek en vergroot uw kennis van de Wmo, Wlz, Zvw, Jeugdwet, Participatiewet en/of Passend Onderwijs.
U bent zelf pion. Kiest u veilig, voor een makkelijke vraag? Of draait u uw hand niet om voor een moeilijke vraag? Hoe snel vult u uw kennismandje? Spaart u hartjes (Wlz), lampjes (Wmo) of toch liever zusters (Zvw)? Welk geluksmoment of tegenvaller treft u onderweg? Helpt u uw collega of gaat u zelf voor de winst?
Ervaar, vanuit het perspectief van de cliënt, hoe prettig het is als iemand u goed op weg kan helpen met zijn of haar kennis van het nieuwe wettelijk landschap. U speelt het spel met 4-8 personen. De speeltijd bedraagt 45 tot 60 minuten.
Het Kennisspel is ideaal voor bijvoorbeeld een training, workshop, congres, seminar, beleidsdag of inspiratiebijeenkomst. Als ludieke opening, welkom intermezzo of energieke afsluiter.
Interesse? Bel dan met Judith Kippers van bureau HHM, t. 053 433 05 48.
Een instrument voor een strategische personeelsplanning (SPP) is voor veel zorgorganisaties een actueel onderwerp. In de praktijk zien we dat het ontwerp en de invoering vaak een (te) smalle benadering hebben. Het zwaartepunt ligt bij HR en de focus ligt op een discussie rondom de verdeling van de verschillende niveaus. Een goede SPP staat nooit op zichzelf, maar is een vertaling van de visie en strategie van de organisatie én de behoefte van de cliënt.
Aan de achterkant vraagt een SPP een goede doorvertaling. Wat is de impact van de keuzes in het SPP voor de medewerkers ten aanzien van hun deskundigheid, vaardigheden en competenties? Wij zien het gesprek met de medewerkers over de werkelijke behoefte van de cliënt als onderdeel van de SPP. De SPP heeft dus een technische kant, maar ook kwalitatieve elementen in de voorbereiding en de vertaalslag naar de praktijk.
Centrale vragen in de ontwerpfase zijn onder andere: Wat is de visie op zorg- en dienstverlening, wie zijn je klanten, wat is de behoefte van de klant (zoals positieve gezondheid)? Van deze thema’s moet een helder beeld zijn voor een strategische personeelsplanning kan worden gemaakt.
In een SPP is niet alleen de gewenste deskundigheid van belang maar ook de gewenste competenties, die aansluiten bij de klantbehoefte. De functieomschrijvingen bieden hier handvatten voor. De volgende vraag is: wat betekent dat nu echt op de werkvloer voor de gewenste kwaliteit van zorg? Graag gaan wij met u in gesprek hoe u dit voor uw organisatie kunt realiseren.
Neem voor meer informatie contact op met Angela Welling , t. 053 – 433 0548
Tijdens het congres Barometer Maatschappelijk Vastgoed 2016 is vorige week de negende Barometer Maatschappelijk Vastgoed aangeboden aan Jantine Kriens, voorzitter van de directieraad van de VNG en Jan de Vries, algemeen directeur van Actiz. In deze barometer staat een uitgebreide publicatie over het integrale onderzoek- en implementatiemodel wonen & zorg, genaamd Levensloopbestendige Wijk dat wij samen ontwikkelden met XpertiseWonen, Xpertisezorg en Invisor.
Dit model is het afgelopen jaar ingezet in de gemeente Oost-Gelre en is bedoeld om zicht te krijgen op de effecten van demografische ontwikkeling op de organisatie (en financiering) van zorg en welzijn. In Oost-Gelre leidde dit tot samenwerkingsverbanden tussen woningbouwcorporaties en zorgorganisaties waarbij samen gewerkt wordt aan nieuwe concepten van wonen, welzijn en zorg. Met als doel tegemoet te komen aan de wens van mensen om langer zelfstandig thuis te kunnen wonen.
Op Gemeente.nu stond afgelopen week een artikel over onze Bepaling Verblijfpakket jeugd module (BVPJ module). Korte, lange, lichte, medium of zware verblijfszorg. Via een vragenlijst bepaalt een tool welk type het meest geschikt is. Nienke van Vliet vertelt in het artikel meer over de module.
“De BVPJ-module is een webapplicatie en daarmee een gebruiksvriendelijke en plaats onafhankelijke tool. Het enige wat nodig is, is een computer of tablet en een internetverbinding. Met behulp van deze tool kan de jeugdconsulent vaststellen wat voor type zorgzwaartepakket moet worden ingezet voor een jeugdige die verblijfszorg nodig heeft. Dat doet zij door het invullen van een vragenlijst. Op basis van de antwoorden ‘rolt’ daar een uitkomst uit die de zorgzwaarte aangeeft. Objectief en met een onderbouwing en beschrijving van het geadviseerde zorgzwaartepakket. Waarbij ik benadruk dat de tool nooit de vervanger kan zijn van het keukentafelgesprek. Pas als in dat gesprek door consulent en burger is vastgesteld dat verblijfszorg nodig is, komt de tool aan beurt.”
Voor de doorontwikkeling van deze tool gaan wij graag in gesprek met gemeenten die geen ZZP’s ingekopen, maar wel op basis van de zorgzwaarte tot de keuze voor een verblijfpakket moeten komen.
Uit de subsidieregeling Duurzame Inzetbaarheid 2014-2020 van het Europees Subsidie Fonds (ESF) komt vanaf 14 november dertien miljoen euro extra vrij. Het doel hiervan is om mensen langer en vitaal aan het werk te houden en in te zetten op leeftijdsbewust personeelsbeleid.
Gemeenten en zorgorganisaties kunnen dit bijvoorbeeld gebruiken om de organisatie van het werk aan te passen in dialoog met de medewerkers, de leercultuur te versterken of medewerkers te scholen. Om voor de subsidie in aanmerking te komen is een plan nodig dat beschrijft hoe de middelen worden ingezet. Uw aanvraag moet uiterlijk op 25 november om 17.00 uur binnen zijn. Bureau HHM kan u helpen bij het schrijven van dit plan. U kunt het ook op eigen kracht doen. Zie voor meer informatie: Duurzame Inzetbaarheid bedrijven/instellingen (ESF 2014-2020)
Meer weten? Neem contact op met Ina Diermanse via Ina Diermanse of 06 – 22 38 05 62.
Het realiseren van veranderingen gaat het best als je samenwerkt. Geef mensen echt invloed op het proces en werk samen aan de beoogde verandering; misschien wel dé succesfactor. Verandervraagstukken zijn er in overvloed in de zorg. Organisaties zijn met verschillende vraagstukken bezig variërend van zelforganisatie, het versterken van teams en vakmanschap tot kwaliteitsverbetering. In deze trajecten is samenwerken het sleutelwoord.
Hoe neem je de verschillende ‘stemmen’ uit jouw organisatie mee?
Hoe werk je samen vanuit de waarden van de organisatie?
Hoe faciliteer je het gesprek of voer je de dialoog met elkaar (met medewerkers en cliënten)?
Hoe doorbreek je bestaande patronen?
Hoe zorg je dat een verandering een blijvend effect heeft?
We laten u in de workshops kennismaken met inzichten vanuit o.a. Deep Democracy, de cirkel van verandering, intention circles, Rijnlands werken en werken vanuit de bedoeling. Ook kunt u een eigen casus inbrengen en zo optimaal gebruik maken van alle aanwezige kennis en ervaring. Het definitieve programma verschijnt binnenkort.
De Groeidag vindt plaats op dinsdag 6 december 2016. Op een unieke Twentse locatie, met een bijzonder programma en inspirerende gastheren. In de paardensport worden topresultaten alleen behaald als mensen, ruiters en paarden optimaal samenwerken. U krijgt deze Groeidag een kijkje in de stal van één van Nederlands grootste springruiters (Olympisch ruiter Gerco Schroder).
Hierbij maken we op een verrassende manier een koppeling met uw eigen organisatie.
Voor wie: Iedereen die betrokken is bij veranderprocessen (bestuurders, managers, zorgprofessionals) Wanneer: 6 december 2016 Waar:BWG Stables in Tubbergen Kosten: € 165,- (ex. BTW)
Deze zes wetten vormen het belangrijkste wettelijk kader voor de zorgsector en het sociaal domein: Wmo, Jeugdwet, Participatiewet, Wlz, Zvw en Passend Onderwijs.
Wat regelt welke wet? En hoe steekt iedere wet in elkaar? Bureau HHM heeft brede en diepe kennis van het wettelijk kader en heeft het voor u op een rijtje gezet in een overzichtelijke Infographic. De infographic bestaat uit één overzicht van de zes wetten en vervolgens een samenvatting van iedere wet in een aantal kernpunten. Handig voor aan uw prikbord!
Download hier de Infographic Wettelijk kader zorg en sociaal domein. Wij geven momenteel op diverse plekken in het land trainingen op het gebied van (delen van) het wettelijk kader. Waardevolle kennis voor cliëntadviseurs, zorgbemiddelaars of andere functies met veel klantcontacten. Taai en saai? Helemaal niet! Al eens het Wettenkwartet gespeeld? Of ons levende Kennisspel? Met onze trainingen komt de theorie dichter bij de praktijk.
Nieuwsgierig?
Neem contact op met Louise Pansiervoor meer informatie.
Bureau HHM doet samen met KPMG Plexus onderzoek naar een maatstaf voor de Hulp bij het Huishouden en de onderliggende resultaatgebieden in de gemeente Amsterdam. Bureau HHM en KPMG Plexus deden eerder een soortgelijk onderzoek in de gemeente Utrecht. Hieruit kwam een basisnorm tot stand voor het aantal uren Hulp bij het Huishouden in Utrecht. De gemeente Amsterdam werkt met een drietal resultaatgebieden waarvoor aanvullend onderzoek nodig is.
Het onderzoek in Amsterdam moet een maatstaf opleveren die in het gesprek met de cliënt richting geeft aan de benodigde activiteiten en bijbehorende frequentie, zodat de cliënt in gesprek met een aanbieder het beoogde resultaat kan omzetten in een concreet ondersteuningsplan. De resultaten uit de gemeente Utrecht zijn niet een op een over te nemen door andere gemeenten omdat gemeenten een afzonderlijke visie hebben op normen en maatwerk.
Projectleider Nico Dam: “We zien dat gemeenten verschillende beleidskeuzes maken, waardoor de dagelijkse praktijk van elkaar verschilt. Waar Utrecht er voor kiest om inwoners te ondersteunen bij het schoon en leefbaar houden van een huis, ondersteunt Amsterdam daarnaast ook bij het beschikken over boodschappen en/of maaltijden en het verzorgen van minderjarige kinderen. Dit vraagt om aanvullend onderzoek. We gaan niet opnieuw meten wat we al weten zoals bijvoorbeeld hoeveel tijd het kost om te stofzuigen of een aanrechtblad schoon te houden. Wel kijken we naar hoe dit in de Amsterdamse praktijk uitpakt. Bijvoorbeeld naar welke factoren de tijdsbesteding beďnvloeden en hoe het gesprek met de aanbieder verloopt.”
Meer weten?
Neem dan contact op met Nico Dam, telefoon 053 433 05 48.
Dat zegt collega Patrick Jansen in een interview met Zorgvisie.nl dat vandaag verscheen. Het interview gaat over het risico dat cliënten te snel in de Wlz terechtkomen.
Patrick Jansen: ‘Als mensen zelf twijfelen, dan sturen gemeenten en zorgverzekeraars ze eerst richting Wlz vanuit hun eigen budgettaire belangen.’ De wettelijke kaders van de Wlz, de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wmo botsen soms. Op de grensvlakken is niet altijd duidelijk vanuit welke wet de zorg het best kan worden geleverd. Patrick Jansen: ‘Los van de financiële gevolgen zou je graag zien dat verzekeraars, zorgkantoren en gemeenten vanuit gezamenlijkheid bekijken hoe mensen de juiste zorg krijgen.’
De aanleiding voor het interview is de strengere indicatiestelling in de Wlz. ‘Indicaties voor zware verpleeghuiszorg halveren’ kopte Zorgvisie onlangs, op basis van rapporten van het CIZ. Jansen gaat daar in dit interview op in. Hij pleit voor meer onderzoek naar de gevolgen van de – intussen afgeschafte – mandatering, op basis waarvan verpleeghuizen konden opschalen van zzp5 naar zzp7. Jansen juicht het toe dat het CIZ wil voorkomen dat er regionale verschillen zijn.
Een wat onderbelicht onderdeel van de transformatie van het sociaal domein is de verbinding met de openbare orde en veiligheid. Bureau HHM ontwikkelde in 2014 samen met de gemeente Leeuwarden hiervoor de Aanpak ter Voorkoming van Escalatie.
Inmiddels begeleiden we meerdere gemeenten met het verbinden van beide domeinen en kunnen we deze processen van een afstand beschouwen. Dat doen Sanja Bouman, directielid bureau HHM en Michiel Geuzinge, beleidsmedewerker bij de VNG in een artikel in Skipr magazine. In De vruchtbare frictie tussen zorg en veiligheid duiden zij de meerwaarde van het grijze gebied.
Op 21 september is het Wereld Alzheimer Dag. Alzheimer Nederland stelt deze dag in het teken van de Dementievriendelijke Samenleving. Op verschillende plekken in het land zijn de hele week allerlei activiteiten en zetten professionals, vrijwilligers, onderzoekers, mantelzorgers en patiënten zich in om meer aandacht te vragen voor dementie. Dementieketens bevinden zich in roerig vaarwater. Veranderende financiering zet de samenwerking op scherp en partijen zijn zich aan het heroriënteren. Gebruik onze Routekaart Zorgwetten om snel zicht te krijgen op welke zorgvorm vanuit welke wet wordt gefinancierd. Bureau HHM helpt ketens en organisaties daarnaast op verschillende terreinen zicht en focus op de samenwerking te krijgen. Hieronder leest u hoe.
Dementieketens
De financiering én organisatie van casemanagement en ketens veranderen. Wij kunnen u helpen uw keten toekomstbestendig te maken. Daarvoor verdiepen wij ons in uw keten (denk aan het jaarplan, de begroting en andere relevante documenten). We spreken met mensen uit alle lagen van de organisatie: van casemanagers en wijkverpleegkundigen tot bestuurders. Zo vormen we ons een beeld van wat er speelt in uw keten. Samen met u zoeken we naar kansen om de keten toekomstbestendig in te richten. Bijvoorbeeld door scenario’s te schetsen.
Vaardige teams
In de zorg voor mensen met dementie en hun naasten is samenwerking cruciaal. Dat wordt nog belangrijker nu de wijkverpleegkundige een deel van de zorg op zich neemt. Wilt u de samenwerking binnen uw organisatie of uw keten verbeteren? Denk dan aan ondersteuning met trainingen of coaching, zoals bijvoorbeeld onze training ‘Vaardig in trialoog’. Daarin krijgen professionals praktische handvatten voor een gesprek met cliënt én familie, om hen daadwerkelijk regie te geven.
Samenwerking met gemeenten
De zorg voor mensen met dementie en hun naasten komt uit drie verschillende financieringsbronnen: Zvw, Wmo en Wlz. Dat vraagt van aanbieders een goede samenwerking met de zorgverzekeraars, gemeenten en het zorgkantoor. We zien dat veel ketens met name de samenwerking met gemeenten willen versterken. Omdat bureau HHM veel gemeenten helpt bij het transformatievraagstuk, kennen we de gemeentelijke wereld goed. Wij kunnen u helpen de brug te slaan tussen de zorgverzekeraar en de gemeente. Zodat u samen kunt organiseren dat de cliënt de beste zorg krijgt.
Landelijk onderzoek
Bureau HHM volgt de landelijke ontwikkelingen rondom dementie op de voet. Wij deden diverse landelijke onderzoeken naar de financiering en organisatie van casemanagement. Daardoor hebben we een goed beeld van wat er landelijk speelt. Natuurlijk brengen we tijdens onze opdrachten deze kennis bij uw organisatie of keten in.
Aanleiding voor het onderzoek was de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 18 mei 2016 waarin werd gesteld dat de bestaande basisnorm onvoldoende onderbouwd was.
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek besloot de gemeente Utrecht de basisnorm aan te passen. Die was 78 uren per jaar, terwijl nu bekend is dat er 105 uren per jaar nodig zijn om een huishouden schoon en leefbaar te houden. Daarmee nam de gemeente de uitkomsten van ons onderzoek over.
Inmiddels klopten meerdere gemeenten bij bureau HHM aan met vragen over de normering van Hulp bij het Huishouden. Wij willen hierbij niet opnieuw meten wat we al weten, maar zijn ons ervan bewust dat het onderzoek specifiek op de Utrechtse situatie is geënt. Het gevaar van herhaling is dat er een beeld van of behoefte aan een landelijke norm ontstaat. Gemeenten verschillen echter van elkaar in hun beleid en daarmee in hun visie op normen en maatwerk. Gemeenten die de resultaten willen gebruiken moeten daarom niet alleen naar de uitkomsten (activiteiten, frequentie, tijdbesteding) kijken, maar ook het eigen beleidskader goed in beeld hebben.
Heeft u ook behoefte aan nadere duiding van de uitkomsten uit Utrecht? Neem dan contact op met Nienke van Vliet of Nico Dam.
Wij hebben in opdracht van het ministerie van VWS onderzoek gedaan naar mensen met een verstandelijke beperking die tijdelijk behoefte hebben aan een beschermende woonomgeving. Deze cliëntgroep komt niet in aanmerking voor de Wlz en gezien de aard van de ondersteuningsvraag is de Wmo 2015 het meest passende kader. Het was echter onbekend om hoeveel mensen het ging en welk budget ermee gemoeid is.
De uitkomsten van ons onderzoek zijn meegenomen in bestuurlijk overleg tussen VWS en VNG. Dit heeft ertoe geleid dat gemeenten voor de groep LVB18+ vanaf 2017 structureel 60 miljoen ontvangen.
Hoe vereenvoudigen we de bekostiging in de Wet Langdurige Zorg (Wlz) en zorgen we er voor dat de langdurige zorg klantgerichter wordt? Daarover leest u meer in een uitgebreid interview met Patrick Jansen, gezondheidswetenschapper en partner binnen bureau HHM.
Patrick gaat in op persoonsvolgende bekostiging en hoe bureau HHM persoonsvolgende bekostiging daadwerkelijk zou kunnen en willen realiseren in samenwerking met het veld:
“Wij willen graag in samenwerking met de mensen in het veld werken aan een kader waarmee organisaties de ruimte en vrijheid hebben om de integrale zorg persoonsvolgend te organiseren. Dat is volgens mij de kern. Ik ben benieuwd met hoeveel zzp’s of zorgprofielen, wat mij betreft een beperkt aantal, we uit kunnen om voldoende flexibiliteit te bieden om cliëntgerichte, persoonsvolgende, kwalitatief verantwoorde en financieel haalbare zorg te leveren. We zijn als bureau HHM al bezig met de positionering van de behandeling en meerzorg. Dat biedt cruciale bouwstenen voor een vereenvoudigde zzp-systematiek.”
Op basis van jarenlange ervaring schreef bureau HHM een achtergrond artikel waarin de geschiedenis, indicatiestelling en bekostiging in de langdurige, intramurale zorg uiteen zijn gezet. Het artikel – Hoe kan de Wlz goed functioneren – plaatst de huidige ontwikkeling binnen de Wlz in een historisch perspectief en beschrijft de vragen die hierbij horen om tot een antwoord te kunnen komen.
Indrukwekkende, ontroerende en mooie momenten. In ons werk als adviseur maken wij dagelijks heel wat mee. Een aantal van deze momenten delen wij graag in de vorm van inspirerende verhalen. De volgende in de reeks is een verhaal van Nienke van Vliet.
Zo slim mogelijk omgaan met je beschikbare capaciteit en tegelijkertijd zo goed mogelijk aansluiten bij de wensen van de gebruiker, dat was één van mijn belangrijkste drijfveren tijdens mijn studie Technische Bedrijfskunde. Toen ik na mijn afstuderen bij bureau HHM kwam werken, kwam dit goed van pas bij de ondersteuning van gemeenten bij de transitie Beschermd Wonen.
De transitie van Beschermd Wonen naar de gemeenten is gerealiseerd. Op basis van het verbeterde historische verdeelmodel van bureau HHM zijn voor 2015, 2016 en inmiddels ook voor 2017 de budgetten verdeeld. Hierdoor ontstaat er financiële rust en ruimte voor vernieuwing. In lijn met het doel van de Wmo en de toekomstvisie van de commissie Dannenberg betekent dit: herstel midden in de samenleving waar mogelijk en een integrale aanpak (met o.a. de Wmo en Jeugdwet). Deze vrijheid moeten we nu slim gebruiken. Het biedt ruimte voor innovatie en het anders omgaan met de beschikbare middelen. En we kunnen er met z’n allen ook niet omheen; de zorg moet goedkoper. En mijn stelling is dat dit zeker kan, ook bij Beschermd Wonen!
Beschermd Wonen zien we niet meer als een op zichzelf staande voorziening, maar maakt onderdeel uit van de gehele Wmo-keten. Het betreft namelijk niet enkel meer het wonen in een instelling, maar het gaat steeds meer om zelfstandige woonvormen in de wijk. Wij hebben enkele aandachtspunten gesignaleerd die bij veel gemeenten een bottleneck in deze keten veroorzaken. Het aanpakken van deze knelpunten stimuleert de doorstroom binnen en zeker ook buiten Beschermd Wonen. Wij denken daarom dat het van groot belang is om deze knelpunten te verkennen en hierover gezamenlijk afspraken te maken. Om u te helpen bij de ketenbenadering ontwikkelden we het schema Ketenaanpak Beschermd Wonen.
Om overzicht en focus te houden, selecteerden we de tien belangrijke aandachtspunten. De ambitie hierbij is het succesvol organiseren van doorstroom doormiddel van het maken van heldere afspraken op deze punten.
Voorbeelden zijn:
Een toenemende instroom vanuit de klinische GGZ (GGZ-B) en gelijktijdig het stokken van de uitstroom (tekort aan woningvoorraad?). Hierdoor ontstaat een enorme druk op de Beschermd Wonen capaciteit. Door heldere afspraken te maken met bijvoorbeeld woningbouwcorporaties (en over de financiering van gefaseerde uitstroom), kan ook een soepele doorstroom vanuit de klinische GGZ plaatsvinden.
De match tussen vraag (aantal cliënten, type ondersteuning) en aanbod (aantal locaties, per gemeente en per doelgroep). Vaak zien we dat de voorzieningen gecentreerd zijn in de grote steden. Hierdoor zijn cliënten uit de regio vaak gedwongen te verhuizen naar een locatie buiten de eigen sociale omgeving. Door beter inzicht in de behoefte en mogelijkheden van de cliënt, zijn gemeenten en zorgaanbieders samen in staat het aanbod zo slim en efficiënt mogelijk in te richten.
Voorbereiden op uitstroom. Wanneer iemand voldoende zelfredzaam is, moet er de mogelijkheid zijn om zelfstandig te gaan wonen. Hiervoor is inzicht nodig in het beschikbare (en geschikte) woningaanbod. Daarnaast moeten afspraken worden gemaakt tussen de gemeente, zorgaanbieders en woningcorporaties. Wie staat garant bij huurachterstand? Welke toelatingseisen gelden? Bij wie kan de persoon terecht om even mee te denken?
Bureau HHM helpt u graag mee bij de transformatie en uitvoeren van deze aanpak. Neem voor meer informatie contact op met Laura Hofman: 06-51416277 of l.hofman@hhm.nl
Indrukwekkende, ontroerende en mooie momenten. In ons werk als adviseur maken wij dagelijks heel wat mee. Een aantal van deze momenten delen wij graag in de vorm van inspirerende verhalen. De volgende in de reeks is een verhaal van Ina Diermanse.
Haar verhaal gaat over activiteiten en vrijwilligers in een verpleeghuis.
In opdracht van Zorginstituut Nederland (ZINL) deed bureau HHM onderzoek naar de positionering van behandeling binnen de Wlz. Aanleiding is het verzoek van staatssecretaris Van Rijn aan het ZINL om een uitvoeringstoets uit te voeren naar de mogelijkheden het verzekerde pakket aan te passen op de hervorming van de langdurige zorg.
Nienke van Vliet, adviseur bureau HHM: “De denkwijze binnen de AWBZ was gericht op normalisatie. Ook cliënten in de AWBZ moesten zoveel mogelijk gebruikmaken van de normale circuits in de Zorgverzekeringswet. Dat betekende dat een AWBZ-cliënt net als jij en ik voor de tandarts een beroep deed op de zorgverzekering. De filosofie van de Wlz is echter dat alle cliënten integraal voor alle zorg een beroep kunnen doen op de Wlz. Maar het verzekerde pakket is op dit punt nog niet aangepast. Wij gingen op zoek naar mogelijkheden om het verzekerde pakket aan te passen aan de hervorming van de langdurige zorg en werkten drie mogelijke oplossingen uit.”
Deze drie oplossingsvarianten scoren verschillend op de toetsingscriteria eenvoud, passende zorg, keuzevrijheid van de cliënt en toekomstbestendigheid. Het eindrapport beschrijft voor alle drie de oplossingen de consequenties voor de cliënt, zorgaanbieder, zorgkantoor, zorgverzekeraar en wet- en regelgeving. Daarnaast zijn ook de financiële consequenties in kaart gebracht.
Bureau HHM doet samen met KPMG Plexus onderzoek naar de Hulp bij het Huishouden (HH) in Utrecht. Het onderzoek moet leiden tot onderbouwde normtijden voor de HH. Aanleiding voor het onderzoek is de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) op 18 mei 2016 dat de gemeente Utrecht haar normatieve kader voor de HH onvoldoende had onderbouwd.
Nienke van Vliet: “De uitspraken van de CRvB deden in het land veel stof opwaaien. Wij verwachten dat de uitkomst van het onderzoek in Utrecht op veel belangstelling kan rekenen, vooral omdat wij merken dat meer gemeenten zich afvragen of de onderbouwing van de HH de toets van de CRvB kan doorstaan.”
Meer weten over het onderzoek of wilt u doorpraten over de normering HH in uw gemeente?
In oktober 2015 heeft bureau HHM experts gevraagd een inschatting te maken van de mate waarin mensen met een verblijfsbehoefte een beroep kunnen doen op de Wlz vanwege een blijvende behoefte aan permanent toezicht of 24 uur zorg in nabijheid. In maart van dit jaar heeft Zorginstituut Nederland de resultaten hiervan aangeboden aan het ministerie van VWS. Op 15 juli is het rapport met een reactie van de Staatssecretaris naar de Tweede Kamer gestuurd.
Bureau HHM bracht de maximale verschuivingen in beeld, zoveel mogelijk gespecificeerd naar zorgzwaartepakketten (ZZP’s). De maximale verschuivingen zijn enigszins anders dan die in het Zorgakkoord waren voorzien omdat voor de toegang tot de Wlz niet de hoogte van het ZZP (de zorgomvang) bepalend is, maar de vraag of de verzekerde blijvend is aangewezen op permanent toezicht of zorg nabij. Sommige mensen met een laag ZZP zijn blijvend aangewezen op zorg nabij (en krijgen dus een Wlz-indicatie) en sommigen met een hoog ZZP zijn dat niet vanwege een tijdelijke zorgvraag.
Patrick Jansen: ’Op basis van deze inschatting kan de instroom hoger zijn. Inmiddels zijn we bijna een jaar verder en is het interessant om te onderzoeken in hoeverre die effecten zich daadwerkelijk voordoen. Dan krijgen we ook inzicht in de wijze waarop de betrokken partijen uit de verschillende domeinen opereren bij de toekenning van zorg en ondersteuning: CIZ (Wlz/zorgkantoren), wijkteams (Wmo/gemeenten) en wijkverpleegkundigen (Zvw/zorgverzekeraars). ‘
Met steun van het Ministerie van BZK liet het Netwerk Directeuren Sociaal Domein (NDSD) de afgelopen maanden een verkenning uitvoeren naar de mogelijkheden van populatiebekosting. Populatiebekosting wordt door veel gemeenten gezien als een mogelijke manier om de bedoeling: goede ondersteuning voor inwoners, centraal te stellen.
De verkenning is uitgevoerd door KPMG Plexus en bureau HHM. In een aantal themabijeenkomsten verzamelden en verdiepten we inzichten rond populatiebekostiging. De uitkomsten zijn verwerkt in een rapportage die nu beschikbaar is. Met deze rapportage kunnen gemeenten de eigen sturingspraktijk verder ontwikkelen.
Samen met de gemeente Rijssen-Holten zijn wij op zoek naar andere gemeenten die met ons na willen denken over de (door)ontwikkeling van de Bepaling Verblijfpakket jeugd module (BVPJ module). Een tool die jeugdconsulenten ondersteunt bij het vaststellen van een zorgzwaartepakket.
De pilot richt zich op de vraag hoe kunnen we de BVPJ module zo uitbreiden dat deze ook geschikt is voor gemeenten die geen ZZP’s hebben ingekocht, maar wel op basis van de zorgzwaarte tot een verblijfpakket komen. De pilot is bedoeld voor beleidsmedewerkers jeugd en jeugdconsulenten. De BVPJ module ontwikkelden we in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten.
“Het begrip persoonsvolgende bekostiging, zoals geďntroduceerd in de Wet langdurige zorg (Wlz), moet een goede lading krijgen. We moeten er nog achter komen hoe je het zorgbudget čcht persoonsvolgend kunt maken”, aldus Patrick Jansen in zijn blog op Skipr. Persoonsvolgende bekostiging is een veelgenoemde oplossing voor bestaande knelpunten binnen de Wlz.
Op basis van jarenlange ervaring schreef bureau HHM hierover een artikel waarin de geschiedenis, indicatiestelling en bekostiging in de langdurige, intramurale zorg uiteen zijn gezet. Het plaatst de huidige ontwikkeling binnen de Wlz in een historisch perspectief en beschrijft de vragen die hierbij horen om tot een antwoord te kunnen komen.
Patrick Jansen ziet een doorontwikkeling van de, door bureau HHM ontwikkelde, ZZP’s als een belangrijke stap naar meer persoonsvolgendheid: “We horen weleens: zzp’s, wat een gedoe! Maar de zzp’s zijn zo slecht nog niet, de zzp’s bieden namelijk een inhoudelijk kader voor de financiering van de zorg. Toen ze kwamen wisten we eindelijk wie gemiddeld genomen de cliënten waren en welke zorg zij gemiddeld nodig hadden. Dat was een belangrijke stap naar meer persoonsvolgendheid.”
Vandaag verscheen op Skipr een blog van Patrick Jansen over de bekostiging van de integrale zorg. Hij pleit in zijn blog voor een versimpeling van de bekostiging. “Het begrip persoonsvolgende bekostiging, zoals geďntroduceerd in de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz), moet nog een goede lading krijgen. We weten namelijk nog niet hoe je het zorgbudget écht persoonsvolgend kunt maken.”
Vaardig in trialoog, een verdraaid goed gesprek tussen cliënt, familie en zorgprofessional. Een praktische training voor professionals waarin zij leren eigenaarschap en regie daadwerkelijk bij de cliënt en de familie te leggen. Het doel is om deelnemers vaardigheden aan te leren om de omslag naar ‘zorgen dat’ meer eigen te maken.
Op donderdag 22 september bieden wij deze workshop weer aan. Locatie: Woon-Zorgcentrum Humanitas in Deventer van 13.00 uur tot 17.00 uur. De kosten bedragen 109 euro p.p. (excl. BTW).