Skip to main content

Werk type: Actueel

Samenwerking cruciaal voor casemanagement dementie

Zonder samenwerking ontstaat geen duurzame oplossing om casemanagement dementie beschikbaar en betaalbaar te houden. Dat blijkt uit het onderzoek dat bureau HHM deed naar casemanagement dementie in opdracht van het ministerie van VWS. Er is al een aantal jaren een discussie over de optimale financiering en invulling van het casemanagement dementie. Bureau HHM onderzocht de huidige invulling van casemanagement dementie en keek naar wat er in de toekomst nodig is om de kwaliteit en beschikbaarheid te waarborgen.

Vanuit de praktijk komen signalen dat de kwaliteit van de inkoop en uitvoering van het casemanagement dementie in het gedrang komen. Er zijn diverse knelpunten en het belang van samenwerken op meerdere fronten staat bovenaan. Een goed functionerende keten vraagt zowel om samenwerking tussen aanbieders onderling als tussen aanbieders en financiers. Hierin hebben alle partijen een gedeelde verantwoordelijkheid.

Het onderzoek laat onder andere zien dat casemanagement dementie niet overal beschikbaar is en de kwaliteit van het casemanagement door aanbieders en ketenregisseurs als divers wordt ervaren.

Alle partijen noemen scholing en samenwerking als de belangrijkste maatregelen om de kwaliteit van het casemanagement te waarborgen. Voor het waarborgen van de kwantiteit zijn maatregelen rondom formatie en gesprekken met financiers over de invulling van het casemanagement en de hoogte van het beschikbare budget de belangrijkste maatregelen.

Er is echter geen overeenstemming over de benodigde scholing, expertise en ervaring die nodig is bij professionals met de functie casemanagement. Ook is er geen overeenstemming over welke professional in welke fase van de ziekte uit welke financieringsbron ingezet moet worden in de functie casemanagement dementie.

Een veelvoud aan oplossingen lijkt mogelijk, waarbij verschillende stakeholders aan zet zijn om actie te ondernemen. In het onderzoeksrapport zijn drie scenario’s uitgewerkt voor het beleggen van verantwoordelijkheid en sturing in de gegeven oplossingen:

  • De regie en verantwoordelijkheid voor casemanagement dementie ligt bij aanbieders.
  • Financiers stellen kaders en geven sturing aan casemanagement dementie.
  • De overheid stelt kaders en geeft invulling aan casemanagement dementie.

Meer lezen?

Lees hier het onderzoeksrapport.

Kamerbrief casemanagement bij dementie.

Zora de zorgrobot

“Ik hoop dat deze uitleg interessant was, bedankt voor het luisteren naar mij.”
Deze week kreeg bureau HHM bezoek van Zora. Zora staat voor Zorg Ouderen Revalidatie en Animatie en is een 57 centimeter grote programmeerbare robot. ZORA beschikt over veel verschillende sensoren en ziet, hoort, beweegt en reageert autonoom.

Zora kan bijvoorbeeld geheugenspelletjes doen, dansen en een luisterend oor bieden. Daarnaast leest Zora het nieuws voor, maakt samen een wandeling of ondersteunt bij lichte revalidatie.
Bureau HHM helpt verschillende zorgorganisaties bij de implementatie van zorgtechnologie en snapt dat veel mensen nog een beetje moeten wennen aan zo’n zorgrobot: “Mensen zijn soms bang dat de robot het contact overneemt van de mens. Maar dat is niet de bedoeling. De robot kan iets extra’s brengen naast de geboden zorg, is een aanvulling en geen vervanging. In de praktijk blijkt dat Zora helpt tegen eenzaamheid. Mensen luchten soms zelfs eerder hun hart bij Zora dan bij een zorgprofessional. Zora heeft namelijk altijd tijd en oordeelt niet.”

 

Verdeelmodel beschermd wonen ook in 2017 gehanteerd

Ook in 2017 hanteert het Rijk het door bureau HHM ontwikkelde historisch verdeelmodel voor de middelen Beschermd Wonen. Staatssecretaris Van Rijn en de VNG kwamen hierover deze week tot afspraken.

Vorig jaar ontwikkelde bureau HHM het verbeterde historische verdeelmodel op basis van aanvullend diepteonderzoek binnen alle centrumgemeenten. Nu is besloten, met het oog op het advies van de commissie Dannenberg, om het model in ieder geval ook voor de verdeling van de middelen van 2017 te hanteren.

Lees meer

VNG.nl – Verdeling budgetten Beschermd Wonen en Opvang over 2017

Financieel onderzoek Rijksvaccinatieprogramma

Met de beoogde wijziging van de Wet publieke gezondheidszorg worden gemeenten vanaf 2018 gemeenten verantwoordelijk voor het toedienen van de vaccins, het geven van voorlichting en de daarbij behorende werkzaamheden. Daartoe wordt een deel van het budget voor het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) overgeheveld naar het gemeentefonds. Bureau HHM deed, in opdracht van het Ministerie van VWS, onderzoek dat moet leiden tot een onderbouwing van het over te hevelen macrobudget voor deze taken. Vorige week is het onderzoeksrapport aangeboden aan de Tweede Kamer.

Bureau HHM onderzocht:

  • De ontwikkeling van het macrobudget vanaf 2011 tot en met 2014;
  • De effecten van veranderde kwaliteitseisen en veranderingen in de maatschappij;
  • De effecten voor gemeenten bij overdracht naar gemeenten, dit betreft onder andere de kosten voor invoering en de gemeentelijke uitvoeringskosten.

Projectleider en senior adviseur Peter Bakker: ‘Met dit onderzoek actualiseerden wij de resultaten van ons onderzoek uit 2011. We keken naar de tijdbesteding en de kosten van de individuele en de groepsvaccinaties. Opvallend was dat het organiseren en uitvoeren van een groepsvaccinatie tegen HPV (het humaan papillomavirus dat baarmoederhalskanker veroorzaakt) veel meer tijd kost dan waarmee in 2011 is gerekend. In 2011 werd gerekend met 7,8 minuten per vaccinatie; dit onderzoek laat zien dat er in werkelijkheid 14,4 minuten aan wordt besteed. Dat komt door de sterk wisselende opkomst bij HPV-vaccinaties. Het is nu aan het Rijk en de VNG om de hoogte van het over te hevelen budget definitief te bepalen.’

Meer lezen?
Bekijk hier het kamerstuk en het eindrapport.

Onderzoek casemanagement dementie

Vanuit de praktijk komen diverse signalen dat de kwaliteit van de inkoop en uitvoering van het casemanagement dementie in het gedrang komen. Er is al een aantal jaren een discussie over de optimale financiering van het casemanagement dementie. Om de beslissing hierover te kunnen nemen, is inzicht nodig in hoe de verschillende ketens op dit moment invulling geven aan casemanagement dementie. Bureau HHM doet hier, in opdracht van het ministerie van VWS, onderzoek naar.

Meer weten?
Patrick Jansen en Evelien Rijken vertellen u graag meer.

Onderzoek wachtlijsten langdurige zorg in opdracht van VWS

Dertienduizend mensen wachten op een voorkeursplek in een instelling in de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Staatssecretaris Martin van Rijn wil hier iets aan doen. Hoe hij dat wil doen vertelt hij vandaag in een interview met Zorgvisie. Bureau HHM doet in opdracht van VWS onderzoek naar actief- en wenswachtenden.

Wenswachtenden zijn mensen die willen wachten op het aanbod van hun voorkeursaanbieder. Het onderzoek moet inzicht bieden in hoe wachtlijsten en wachttijden ontstaan en de mate waarin cliënten er zelf voor kiezen om op een wachtlijst te staan. Doel is aanbevelingen te doen om de wachtlijst en de wachttijd te verkorten en de doorstroom te bevorderen. Bovenal willen we van de mensen weten wat hun redenen zijn om te wachten op hun voorkeursaanbod.

Projectleider Nienke van Vliet: “Tussen 2000 en 2008 deden wij ook onderzoek naar de wachtlijsten in de langdurige zorg. In dit onderzoek kiezen we voor een aanpak waarbij we in gesprek gaan met de mensen op de wachtlijst over hun wensen. Dit doen we omdat VWS niet alleen wil weten waarom mensen geen gebruik maken van het beschikbare aanbod, maar ook wat zij wel willen en welke alternatieven zij zoeken”.

Mantelzorg & Dementievriendelijke samenleving

Een dementievriendelijke samenleving. Dat onderwerp stond maandag 14 maart centraal tijdens de manifestatie Mantelzorg & Dementievriendelijke samenleving. SIZ Twente organiseerde de organisatie, bureau HHM hielp. De manifestatie had tot doel een eerste aanzet te geven tot een samenleving waarin begrip is voor mensen met dementie en hun mantelzorgers en waarin beide zo lang mogelijk passend actief kunnen blijven.</>

De Twentse gemeenten, SIZ Twente, zorg- en welzijnsorganisaties en Menzis zorgverzekeraar ondertekenden een intentieverklaring met als doel een dementievriendelijk Twente. De middag bestond verder uit een serie van inspirerende lezingen, diverse workshops, een informatiemarkt en een MantelZorg Café. Namens VWS sprak Rienk Jansen over het belang van een dementievriendelijke samenleving en de rol van mantelzorgers. Hij gaf aan blij te zijn met organisaties zoals Stichting Informele Zorg Twente en achter een dementievriendelijk Twente te staan.

Ina Diermanse van bureau HHM hield een workshop met als titel Mantelzorgers in een doolhof van wet- en regelgeving. “Ik vond het een geslaagde middag. Mantelzorgers hebben vaak praktische vragen, willen advies of een check. En dat kon ik ze geven. Mijn boodschap was die middag ‘er kan meer dan je denkt’ en zorg dat je weet waar de wetten schuren’. Daarvoor moet je weten wat een wettekst is en hoe je deze moet lezen. Daar heb ik uitleg over gegeven en tips gegeven hoe je dan in gesprek gaat met bijvoorbeeld de gemeente of zorgaanbieder.”

De middag trok ruim vierhonderd mantelzorgers, zorgvrijwilligers, professionals en bestuurders.

Bekijk het fotoverslag

Evaluatieonderzoek verslavingszorg openbaar

Op verzoek van de minister van VWS bracht het Zorginstituut Nederland (Zinl) in 2014 het rapport ‘Verslavingszorg in beeld – alcohol en drugs’ uit. Het rapport bevat aanbevelingen voor alle betrokken partijen voor de verdere verbetering van de verslavingszorg. Daarnaast nam Zorginstituut Nederland een standpunt in over het klassieke Minnesota Model. Bureau HHM onderzocht of en hoe de aanbevelingen door de praktijk zijn overgenomen. Vandaag stuurde Zinl minister Edith Schippers een brief met daarbij de uitkomsten van dit onderzoek.

Projectleider Peter Bakker: “Het onderzoek was een mooie combinatie tussen deskresearch van inkoopdocumenten en interviews. Tijdens het onderzoek spraken we op concernniveau met alle zorgverzekeraars. De mensen die wij spraken, kenden het rapport ‘Verslavingszorg in beeld – alcohol en drugs’ en geven op eigen wijze invulling aan de aanbevelingen uit dit rapport.”

Lees meer
Zorginstituut Nederland -Verslavingszorg in beeld – alcohol en drugs en Standpunt Minnesota

Arnold Moerkamp (ZINL) licht leidraad verantwoorde personeelssamenstelling toe

Bureau HHM ontwikkelde samen met ZiNL, NPCF, ActiZ, BTN, Verenso, ZN, V&VN en IGZ en VWS de leidraad verantwoorde personeelssamenstelling voor verpleeghuizen. Arnold Moerkamp geeft aan dat de leidraad geen blauwdruk is, maar een instrument voor een gericht gesprek. In de komende periode wordt de leidraad op die manier verder doorontwikkeld. Patrick Jansen vertelt u graag meer over de leidraad verantwoorde personeelssamenstelling.

Lees meer

Arnold Moerkamp in Zorgvisie – “Leidraad geeft richting aan de personeelsformatie”

Toegang tot de Wlz voor GGZ-cliënten

GGZ-patiënten die blijvend permanent toezicht of 24-uurs zorg nodig hebben, moeten toegang krijgen tot de Wet langdurige zorg (Wlz). De groep die daar langdurig, maar niet blijvend op is aangewezen niet. Dat adviseert Zorginstituut Nederland aan het ministerie van VWS. Het Zorginstituut baseert dit advies op een onderzoek van bureau HHM.

Bureau HHM ontwikkelde eerder al het nieuwe afwegingskader voor de Wlz. In principe is dit afwegingskader niet van toepassing voor mensen met een psychische stoornis omdat een psychische stoornis geen reden is voor toegang tot de Wlz. De zorg en begeleiding voor deze mensen moet door de gemeente of de zorgverzekeraars worden geregeld.
De Tweede Kamer nam echter een motie aan dat er geen onderscheid mag worden gemaakt tussen de langdurige GGZ en de overige langdurige zorg. Naar aanleiding van die motie heeft de staatssecretaris het Zorginstituut advies gevraagd welke groepen mensen met psychische problemen toegang zouden moeten krijgen tot de Wlz. Het Zorginstituut schakelde bureau HHM in dat te onderzoeken.
HHM-adviseur Patrick Jansen: “Met deze aanpassing krijgen alle verzekerden met een blijvende behoefte aan toezicht toegang tot de Wlz. Verzekerden met een psychische stoornis vormen geen uitzondering meer.”

Meer lezen?

Zorginstituut adviseert Wlz ook open te stellen voor GGZ-patiënten

Skipr Zorginstituut: Wlz ook voor ggz-patiënt die blijvend zorg nodig heeft

OTD Werkatelier | Verbind de veiligheidketen met de zorgketen

Bureau HHM verzorgde in oktober en november verspreid over het land diverse werkateliers over het verbinden van de zorg- en veiligheidsketen. Opdrachtgever was het Ondersteuningsteam Decentralisaties (OTD). Er was veel belangstelling van onder meer gemeenten, veiligheidshuizen en Veilig Thuis-organisaties. Tijdens de werkateliers is uitleg gegeven over de door bureau HHM ontwikkelde programmatische Aanpak ter Voorkoming van Escalatie (AVE). AVE verbindt de zorg- en veiligheidsketen, helpt helder te krijgen wie wanneer regie voert en hoe processen van op- en afschalen verlopen. Mieke Looman en Sophie ten Hove van Bureau HHM begeleidden de werkateliers.

AVE is ontwikkeld in opdracht van de gemeente Leeuwarden en de NDSN. In de werkateliers is uitleg gegeven over de inrichting van de zorg en veiligheidsketen aan de hand van de Aanpak Voorkoming Escalatie.
Het uitgangspunt van AVE is dat burgers zoveel mogelijk zelf regie over hun leven hebben. Als dat niet (meer) lukt, is hulpverlening nodig. Veelal wordt hulp geboden door meerdere professionals. Goede samenwerking, duidelijkheid over regie, op- en afschalen en verantwoordelijkheden is daarbij cruciaal. AVE creëert hierin lokaal en regionaal helderheid.

Veel gemeenten gaven aan dat AVE een bruikbare kapstok is bij het inrichten van de zorg en veiligheidsketen, maar ook om de bestaande inrichting aan te scherpen. Een aantal gemeenten en Veiligheidshuizen sprak de hoop uit dat landelijk hetzelfde model wordt gebruikt om de zorg- en veiligheidsketen met elkaar te verbinden. Nu vindt elke gemeente min of meer zelf het wiel uit waardoor iedereen een andere taal spreekt.

Tijdens de werkateliers kwam ook naar voren dat het delen van informatie en privacy een thema is waar verschillende partijen in de praktijk mee worstelen, zeker bij escalatie van complexe domein overstijgende problematiek. Mieke Looman en Sophie ten Hove denken graag met u mee over dit thema, maar ook over andere thema’s die raken aan de inrichting van de zorg- en veiligheidsketen in uw regio.

Meer lezen?

Publicatie: Transitie Commissie Sociaal Domein ‘Mogelijk maken wat nodig is’ – casus nummer 12 beschrijft een praktijkvoorbeeld van opschaling.

Boekje: Aanpak Voorkoming Escalatie

Flyer: Aanpak Voorkoming Escalatie

Persbericht: Leeuwarden maakt escalatiemodel voor sociale incidenten

Dagbesteding voor de toekomst

Waarom kiezen tussen houtbewerking, metaalbewerking of groenvoorziening, als je passie en talent ligt bij bakken? Passende dagbesteding voor een cliënt met een beperking. Hoe vind en organiseer je die? Veel organisaties zijn zoekende op het vlak van dagbesteding en arbeidsmarktparticipatie. Zorgorganisatie Siza loopt voorop met haar aanpak “Werken naar waarde”. Bureau HHM ondersteunt Siza, HHM adviseur Robin Hulsink deelt zijn ervaringen.

De best passende invulling voor een cliënt met een beperking zou prima gevonden kunnen worden bij een lokale voetbalvereniging, buurtsuper, of andere zorgorganisatie. “Maar het is natuurlijk best spannend om als organisatie te zeggen ‘als wij het niet in huis hebben dan kijken we bij een ander”, aldus Robin Hulsink. “Het mooie van de aanpak van Siza is dat zij echt bereid is om buiten de kaders van de eigen organisatie te kijken om de cliënt zo goed mogelijk te ondersteunen. Het eigen aanbod is niet langer uitgangspunt. Er wordt veel breder gekeken. Wat zijn de mogelijkheden van een cliënt en waar liggen de interesses? Met als resultaat een cliënt die beter op zijn of haar plek is en daarbij is iedereen gebaat”.

Robin was als adviseur betrokken bij het vertalen van de aanpak van Siza naar een praktisch instrument om het gesprek met externe partijen aan te gaan: “Veel organisaties weten dat de cliënt centraal moet staan en stellen de cliënt (op papier) ook centraal. Maar voor de vertaling naar de praktijk is ambitie en lef nodig. Je moet het durven om de organisatiebril af te zetten en kritisch door de bril van cliënten kijken. Om vervolgens het gesprek te voeren met netwerkpartners en financiers is het van belang om ook deze brillen op te zetten. Laat het organisatie-denken en vakjargon los en ga terug naar de basis.”

Over Siza
Siza is een zorgorganisatie die midden in de maatschappij staat en haar energie, kennis en kunde inzet om mensen met een beperking zodanig te ondersteunen dat zij hun leven kunnen organiseren. Siza wil van betekenis zijn, kansen scheppen, verantwoordelijkheid nemen en dit alles met plezier doen. Ze is daarbij op verschillende terreinen in beweging om goed in te spelen op ontwikkelingen.

Meer informatie
Neem gerust contact met ons op via info@hhm.nl of bel 053 – 433 05 48.

Dementieketens: Er moet iets gebeuren

In opdracht van het ministerie van VWS analyseerde Bureau HHM experimenteervoorstellen van dementieketens.

De zeven voorstellen geven allen blijk van een mooie ambitie om de zorg voor mensen met dementie te verbeteren. De dementieketens zetten steeds meer stappen in hun professionalisering en samenwerking ten gunste van de kwaliteit van de dementiezorg in hun regio. Zij opereren in een wisselend en dynamisch speelveld, waarbij het volgen en snappen van de wijzigende wet- en regelgeving en de manier waarop partijen hiermee omgaan een uitdaging is. Zie bijvoorbeeld het overzicht met verschillende financieringsstromen binnen de dementiezorg.

De ketens ervaren diverse knelpunten. Deze liggen op het terrein van samenwerking, kennis, beleid en veranderende wetgeving. In de dagelijkse praktijk lopen deze knelpunten door elkaar. Zo lijkt het soms dat een knelpunt wordt veroorzaakt door wettelijke regels, maar is de diepere reden een stagnerende samenwerking. En dan helpt het aanpassen van de wet niet. Tegelijkertijd zien we goede mogelijkheden voor een alternatieve manier van het bekostigen van dementiezorg.

Zie ook: Van Rijn: bekostiging dementiezorg gaat op de schop

Wat kan nu al?
We adviseerden de ketens om de voorstellen verder handen en voeten te geven en met partijen samen stappen te zetten in de uitvoering ervan. Per knelpunt kan vervolgens gericht en concreet geanalyseerd worden waar het nu precies schuurt; gaat het om kennis, samenwerking, beleid of is het echt de wet “die in de weg staat”. Dit inzicht helpt de ketens direct de knelpunten op te lossen of te omzeilen ten gunste van de kwaliteit van de zorg voor mensen met dementie. Daar zouden we nu al mee willen beginnen.

Wat vergt iets meer tijd?
Bureau HHM heeft scenario’s uitgewerkt voor een ontschot budget voor de ondersteuning van mensen met dementie. Hierbij hoort een gericht ondersteuningsprogramma voor de ketens. Het ministerie van VWS kan dan via een AmvB zorgen dat wetgeving met dit doel kan worden uitgezet.

Effectmeting: impact ECD op werkdruk zorgprofessional

Wat betekent de implementatie van een Elektronisch Cliënten Dossier (ECD) voor de werkdruk van zorgprofessionals? Bureau HHM is gevraagd om dit te meten voor een zorgorganisatie (VVT). De resultaten zijn niet alleen relevant voor de zorgorganisatie zelf maar om ook het gesprek te blijven voeren met het zorgkantoor over initiatieven die er op gericht zijn de kwaliteit van de zorg te verbeteren.

Bureau HHM start met een nulmeting naar de kwantitatieve administratieve werkdruk. Nadat het ECD volledig is geďmplementeerd volgt een tweede meting om het verschil in werkdruk vast te stellen. De verwachting is dat het invoeren van het ECD onder andere leidt tot een afname van de administratieve werkdruk waardoor er meer tijd is voor de cliënt. De uitkomsten van de effectmeting worden in het tweede kwartaal van 2016 verwacht.

Benieuwd naar hoe wij zo’n effectmeting uitvoeren? Lennart Homan vertelt u er graag meer over.

Staatssecretaris Van Rijn kan zich vinden in advies bureau HHM over Regeling palliatieve terminale zorg

‘Ik vind de inzet van vrijwilligers in de palliatieve zorg belangrijk en wil dit duurzaam blijven ondersteunen’, dat schrijft staatsecretaris Van Rijn deze week in een Kamerbrief. De brief gaat over de evaluatie van de Regeling palliatieve terminale zorg (Rptz). Bureau HHM onderzocht hoe de Rptz ervaren wordt en adviseerde de staatssecretaris om de huidige subsidieregeling tot en met 2020 voort te zetten maar dan wel met hogere eisen aan kwaliteitsverbetering.

De regeling bestaat sinds 2007 en regelt subsidies die op aanvraag kunnen worden verstrekt aan organisaties die vrijwillige palliatieve terminale zorg thuis bieden, bijna-thuis-huizen en high care hospices.en netwerken palliatieve zorg. Van Rijn laat met de brief weten dat hij zich kan vinden in het advies en het advies van bureau HHM op hoofdlijnen opvolgt.

Lees ook:

Kamerbrief Over rapport HHM Evaluatie Regeling PTZ en vragen inzake palliatieve zorg in het AO Decentralisatie Wmo/Wlz van 9 september jl.

Rapport Evaluatie regeling Palliatieve terminale zorg

Integraal budget wijkverpleging

Van uren declareren naar een jaarlijks budget voor de hele wijk. In drie gemeenten start op 1 januari 2016 een pilot waarbij zorg niet meer per uur of handeling wordt afgerekend, maar voor een hele wijk. De pilot behelst een grote omslag in de zorginkoop waarbij onduidelijk is wat de (on)gewenste consequenties zijn voor de cliënten en zorgaanbieders. Actiz heeft bureau HHM gevraagd om de effecten te monitoren.

De proef met budgetfinanciering gaat in 2016 van start in de gemeenten Utrecht, Zwolle en Ommen/Hardenberg. Zorgaanbieders spreken van tevoren met Achmea een jaarlijks budget af voor het leveren van zorg aan de hele wijk. Zorgaanbieders konden zich inschrijven op een wijk, waarbij zij zelf met een voorstel kwamen. Bij de beoordeling van de inschrijvingen is gekeken naar de prijs, de bekendheid met de wijk, het plan van aanpak en de beoordeling door andere zorgverleners in de buurt, zoals huisartsen en het ziekenhuis. Het contract dat de partijen sloten is drie jaar geldig, zodat er tijd is om iets op te bouwen in de wijk.

Aanvullend verdiepend onderzoek Beschermd Wonen nu voor alle centrumgemeenten!

Het historische verdeelmodel Beschermd Wonen roept nog altijd veel vragen op. Meerdere gemeenten hebben de indruk dat zij met het budget niet in staat zijn aan de verplichtingen te voldoen naar cliënten beschermd wonen.

Naar aanleiding daarvan hebben wij voor 20 centrumgemeenten verdiepend onderzoek uitgevoerd naar de feitelijke zorgsituatie op 1-1-2015. De verschillen met de GO5 bestanden waren dermate groot, dat wij hebben geconcludeerd dat een verdeling op basis van GO5 moet worden afgeraden.

Deze conclusie is in het Bestuurlijk Overleg op 8 september overgenomen door het ministerie van VWS en de VNG. Daarom wordt nu dat verdiepend onderzoek onder alle centrumgemeenten uitgevoerd.

Hiervoor hebben we in oktober contact met alle centrumgemeenten en met de aanbieders van Zorg in Natura van alle cliënten met een geldige indicatie voor Beschermd Wonen (de oude GGZ-C zorgzwaartepakketten). Dit verdiepend onderzoek levert een scherp beeld op van de feitelijke zorgsituatie op 1 januari 2015.

De uitkomsten worden gebruikt om het historische verdeelmodel verder te verbeteren. Het resultaat daarvan wordt begin november verwerkt in het Gemeentefonds.

Bureau HHM schrijft handreiking waardering mantelzorgers voor gemeenten

De Wmo regelt dat gemeenten zelf invulling mogen geven aan de waardering voor mantelzorgers Om gemeenten hierbij te helpen schreef bureau HHM, in opdracht van het ministerie van VWS, Mezzo en de VNG, de Handreiking Waardering Mantelzorgers.

De handreiking is bedoeld om gemeenten te inspireren en te faciliteren bij het maken van lokaal mantelzorgwaarderingsbeleid. De handreiking geeft toelichting op beleidskeuzes en bevat diverse praktijkvoorbeelden. Bij het uitwerken van de handreiking zijn deskundigen van gemeenten, kennis¬instituten en belangen- en brancheorganisaties betrokken. Zij brachten tijdens een zogenaamde versnellingskamer hun visie en ideeën in.

Het resultaat is hier te downloaden.

Financieel onderzoek Rijksvaccinatieprogramma (RVP)

Met de wetswijziging van de Wet publieke gezondheid (Wpg) per 1 januari 2018 behoren het toedienen van de vaccins, het geven van voorlichting en de daarbij behorende werkzaamheden zoals het organiseren en het aanleveren van gegevens aan het RIVM tot de verantwoordelijkheid van gemeenten. Bureau HHM kreeg de opdracht van het Ministerie van VWS om een onderzoek te doen dat moet leiden tot een onderbouwing van het over te hevelen macrobudget voor deze taken.

Het RVP is op dit moment tijdelijk opgenomen in de Wet langdurige zorg (Wlz). In 2018 wordt dit budget overgeheveld van de rijksbegroting (begroting ministerie van VWS) naar het gemeentefonds. De gemeenten maken dan afspraken met de uitvoerende organisaties over de financiering en uitvoering.

Bureau HHM onderzoekt nu het volgende:

  • De ontwikkeling van het macrobudget vanaf 2011 tot en met 2014.;
  • De effecten van veranderde kwaliteitseisen en veranderingen in de maatschappij.;
  • De effecten voor gemeenten bij overdracht naar gemeenten, dit betreft onder andere de kosten voor invoering en de gemeentelijke uitvoeringskosten.
    ;

Projectleider en senior adviseur Peter Bakker: ‘Het is interessant om opnieuw in het RVP te duiken en niet alleen ons rapport van 2011 te actualiseren, maar hierbij ook te kijken naar de veranderingen in de maatschappij en de kwaliteitseisen van burgers. Wij ronden het onderzoek in januari 2016 af.’

Belangrijke rol voor bureau HHM bij kwaliteitsverbetering verpleeghuizen

Bureau HHM helpt verpleeg- en verzorgingshuizen bij de opbouw van de organisatie in het kader van het nieuwe denken over kwaliteit. Hierin staat de regie van de klant centraal en hebben het goede gesprek, gedrag en vaardigheden van medewerkers een prominente plek. Dit vergt verandering in het denken over de kwaliteitssystemen en meetmethoden.

Ook landelijk is HHM op dit terrein actief. In augustus kregen we de opdracht van het Ministerie van VWS om een leidraad verantwoorde personeelssamenstelling in verpleeghuizen te ontwikkelen. Dit doen we samen met NPCF, V&VN, Zorginstituut Nederland, Verenso, ActiZ, BTN en natuurlijk het ministerie van VWS.

De kwaliteit in verpleeghuizen is één van de belangrijkste speerpunten van staatsecretaris Van Rijn van VWS, mede gezien recente ontwikkelingen en maatschappelijke discussies. De staatsecretaris publiceerde begin dit jaar het Plan van Aanpak Kwaliteit Verpleeghuizen.

Een goede samenstelling van de teams in verpleeghuizen is een belangrijk om de kwaliteit te behouden of te verbeteren. Op dit moment is er geen hulpmiddel waar professionals, instellingen, IGZ of Wlz-inkopers zich aan vast kunnen houden. Hiervoor moet een leidraad worden ontwikkeld. Bureau HHM is gevraagd om de leidraad te ontwikkelen omdat wij bedrijfskundig inzicht hebben, kennis hebben van de zorg en inventief zijn.

Sanja Bouman: “Kwaliteit is binnen bureau HHM een belangrijk thema. Het is onze passie om continu te kijken naar hoe we de zorg samen beter kunnen maken” . Patrick Jansen vult aan: “Het is leuk dat we met onze kennis over cliëntprofielen nu partijen kunnen helpen om een slag kunnen maken in het denken over onderzoek en verantwoording in het nieuwe denken over kwaliteit in de vorm van een leidraad.”

Lees en luister meer:

Wlz-toegangscriteria voor mensen met een psychische stoornis

Het door bureau HHM ontwikkelde nieuwe Wlz-afwegingskader is in principe niet van toepassing voor mensen met een psychische stoornis (omdat deze stoornis geen toegang geeft tot de Wlz). Er zijn twee varianten mogelijk om verzekerden met een psychische stoornis wel toegang te geven tot de Wlz, die hebben geleid tot de volgende twee onderzoeksvragen:

  • Wat zijn de effecten van het onverkort toepassen van de huidige Wlz-criteria voor mensen met een psychische stoornis (zowel inhoudelijk als kwantitatief)?
  • Uitgaande van de doelstelling van de hervorming in de langdurige zorg en de aard van de doelgroep, welke cliënten zouden dan toegang moeten krijgen tot de Wlz en hoe zijn deze cliënten te herkennen?

Aan de hand van bijeenkomsten met GGZ-experts en wetenschappers gaan we deze vragen beantwoorden.

Bureau HHM doet aanvullend diepteonderzoek Beschermd Wonen voor centrumgemeenten

Het nieuwe verdeelmodel Beschermd Wonen, op 1 juni gepubliceerd door het ministerie van VWS, leverde bij veel gemeenten vragen op. Meerdere gemeenten hebben de indruk dat zij met het budget niet in staat zijn aan de verplichtingen te voldoen naar cliënten beschermd wonen. De centrumgemeenten Nijmegen, Arnhem en Apeldoorn hebben bureau HHM daarom gevraagd aanvullend diepteonderzoek te doen. Hieruit bleek dat er hiaten zitten in de gegevens waarop het budget was gebaseerd.

Omdat de behoefte aan zo’n aanvullend diepteonderzoek bij meer centrumgemeenten bestaat heeft de VNG in overleg met het ministerie van VWS de centrumgemeenten uitgenodigd dit onderzoek uit te laten voeren door bureau HHM. Het onderzoek levert het inzicht op op cliëntniveau welke personen met een indicatie voor beschermd wonen zijn overgekomen naar de Wmo. Hiermee kunnen de centrumgemeenten het debat aan gaan over het beschikbare budget en de verdeling daarvan. Door de onafhankelijke toets vinden mogelijk correcties plaats in de septembercirculaire. Inmiddels hebben meer dan tien centrumgemeenten bureau HHM de opdracht verleend om de reality-check uit te voeren.

Zorginstituut Nederland overhandigt Wlz-afwegingskader aan CIZ

De voorzitter van Zorginstituut Nederland, Arnold Moerkamp, overhandigde donderdag 2 juli het Wlz-afwegingskader aan de voorzitter van het CIZ, Daan Hoefsmit. Hiermee kan het CIZ een zorgvuldige afweging maken bij het bepalen van de toegang tot de Wlz. Bureau HHM ontwikkelde dit kader, met gebruik van de wetenschappelijke kennis van de UT op het gebied van methodologie en instrumentontwikkeling.

Patrick Jansen, partner van bureau HHM en projectleider presenteert bij de overhandiging de resultaten. Hij vertelt: ‘De afgelopen negen maanden deed bureau HHM grondig onderzoek naar cliëntkenmerken en meetinstrumenten om vast te stellen of iemand voldoet aan de toegangscriteria voor de Wet langdurige zorg (Wlz). Het was een interessant proces waarin we diverse wetenschappers, cliëntenvertegenwoordigers en professionals hebben betrokken’.

De Wlz stelt dat iemand toegang heeft als hij een blijvende behoefte heeft aan permanent toezicht en/of 24 uur zorg in de nabijheid. ‘Het is een mooi resultaat geworden. Een gestructureerde vragenlijst met een zorgvuldige en transparante afweging om te beoordelen of een verzekerde voldoet aan deze criteria. CIZ zal dit gebruiken bij de indicatiestelling’, aldus Patrick Jansen. Voor Zorginstituut Nederland is het afwegingskader een belangrijk instrument om indicatiegeschillen te beoordelen. Zorginstituut Nederland en CIZ lieten het afwegingskader ontwikkelen op verzoek van de staatssecretaris van VWS.

Bekijk het afwegingskader voor de toegang tot de Wlz hier. in schema.

Meer informatie?

De volgende rapportages geven meer inzage in de ontwikkeling van het afwegingskader door bureau HHM:

Wlz-afwegingskader – Ontwikkeling van een instrument om de toegang tot de Wlz te bepalen

Wlz-afwegingskader – Achtergrondstudie naar relevante bouwstenen

Of kijk op:
Zorginstituut Nederland

Nieuw verdeelmodel beschermd wonen roept ook vragen op

Op 1 mei heeft het ministerie van VWS een nieuw verdeelmodel gepubliceerd voor de middelen die de centrumgemeenten voor het beschermd wonen krijgen. Voor een aantal gemeenten betekende dat een flinke vermindering van het budget, terwijl in de inkoopcontracten van het vorige, (fors) hogere bedrag was uitgegaan.

Op verzoek van enkele centrumgemeenten maken wij een analyse van de laatste GO-bestanden, op zoek naar verklaringen voor de geconstateerde verschillen. Deze ‘reality-check’ levert het inzicht op waarmee de centrumgemeente het debat aan kan gaan over het beschikbare budget en de verdeling daarvan.

Meer informatie bij Nico Dam

Langer thuis wonen

Bij de hervorming van de langdurige zorg is het de vraag hoe een optimale woon- en leefomgeving te creëren. Bureau HHM ondersteunt gemeenten en zorgaanbieders bij dit vraagstuk. Daarnaast ondersteunen we ook graag burgerinitiatieven zoals wooncoöperaties die betrokken zijn bij het bevorderen van de leefbaarheid in hun leefomgeving.

De hervorming van de langdurige zorg moet mogelijk maken dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen. Het proces van scheiden van wonen en zorg (extramuralisering) is ingezet door de lage ZZP’s (voor de diverse grondslagen) niet langer te indiceren. Vanaf 2015 zijn deze mensen aangewezen op de Wmo en Zvw. Daarnaast zijn ze zelf verantwoordelijk voor hun woonruimte (huur of koop). Voor gemeenten, zorgaanbieders, woningcorporaties en verzekeraars ligt er een belangrijke taak om te zorgen voor het vergroten van de mogelijkheden van de inwoners (ook die inwoners met wat zwaardere functionele of cognitieve beperkingen) om langer thuis te kunnen wonen.

Hierdoor ontstaan vragen over:

  • Ouderenhuisvesting behouden
  • Woningmarktontwikkeling
  • Leefbaarheid in kernen/wijken impulsen geven
  • Optimale woon- en leefomgevingen creëren
  • Leegstand in verzorgingshuizen, vastgoedproblemen
  • Nieuwe wooninitiatieven

Wij zien ‘thuis’ als het kunnen blijven wonen in dezelfde sociale omgeving (wijk, dorp) waar de inwoner zich thuis voelt. In onze ondersteuning gaan wij uit van een integrale en verbindende oplossing op het gebied van wonen, zorg en leefomgeving.

  • Bent u benieuwd hoe wij u kunnen helpen bij het scheiden van wonen en zorg en bij het ontwikkelen van nieuwe wooninitiatieven?
  • Vraagt u zich af wat het effect van de demografische ontwikkeling en extramuralisering is op de benodigde woningen, woningaanpassingen/transformatieopgave en de benodigde zorginfrastructuur?
  • Vraagt u zich af hoe het aanbod zich moet ontwikkelen om nu en in de toekomst te kunnen voorzien in de woon- en ondersteuningsbehoeften van inwoners?
  • Wilt u weten wat wenselijke maatschappelijke initiatieven en beleidsmatige keuzes zijn om de mogelijkheid om langer zelfstandig thuis te wonen toe te laten nemen?
  • Wilt u weten hoe u een optimale woon- en leefomgeving creëert voor uw inwoners?

Voor meer informatie dit onderwerp kunt u contact opnemen met Harry Doornink of Lennart Homan, telefoon 053 – 433 05 48.

Bureau HHM Doet…

Passie en visie op zorg en ondersteuning. Met die passie werkt bureau HHM dagelijks voor aanbieders en overheden. Vandaag in een andere rol; als vrijwilliger binnen NL Doet. HHM’ers staken de handen uit de mouwen op drie verschillende locaties in Enschede.

Een grote opbergbak voor hout. Dat was één van de wensen van de bewoners van ’t Bouwhuis, onderdeel van de Twentse Zorgcentra. De bak werd in rap tempo in elkaar gezet en gebeitst. De tuin werd klaargemaakt voor het voorjaar en binnen schilderden collega’s een slaapkamermuur met het favoriete slaapliedje van één van de bewoners.

Bij zorgboerderij Het Ensink werd er eveneens flink in de tuin gewerkt. Rondom de vijver werd riet weggekapt en een aantal picknicktafels in de beits gezet. Aan het einde van de dag hielpen we de pony’s op stal te zetten.

Bewoners van verpleeghuis De Cromhoff (Livio) genoten van een muzikale pannenkoekenlunch. Dit leverde stralende gezichten op bij zowel de bewoners als de vrijwilligers van NL Doet. Een echte coproductie. Schoolkinderen bakten de pannenkoeken en HHM’ers haalden de bewoners van de kamers en hielpen waar nodig bij het eten. Toen de muziek eenmaal klonk haakten bewoners en vrijwilligers spontaan in.

Bureau HHM geeft inzicht in de verandering van de cliëntpopulatie in uw gemeente tussen 2015 en 2020

Begin maart zijn voor alle gemeenten de gegevens beschikbaar gekomen over de AWBZ-cliënten die per 1 januari 2015 op de gemeente zijn aangewezen voor ondersteuning onder de nieuwe Wmo. Met deze gegevens is het mogelijk om een compleet beeld te geven van de indicaties, declaraties en PGB’s op het gebied van:

  • Begeleiding individueel en groep (inclusief eventueel geďndiceerd vervoer)
  • Kortdurend verblijf
  • Tijdelijk verblijf
  • Persoonlijke verzorging
  • Beschermd wonen voor cliënten met een psychiatrische grondslag (GGZ-C pakket)

Wij kunnen u helpen om de gegevens uit deze klantbestanden om te zetten naar bruikbare informatie. Zodat u weet hoe u de toegang op maat kunt organiseren en hoe de samenstelling van het wijkteam er uit moet zien.

Daarnaast bieden we voor uw gemeente inzicht in het verwachte aantal cliënten in 2020. Dit doen we met het door ons ontwikkelde 24×7-model. Daarbij gaan we uit van CBS-gegevens en houden we rekening met beleidsmaatregelen, zoals het scheiden van wonen en zorg en de extramuralisering van de zorgzwaartepakketten. Uw gemeente krijgt hiermee zicht op de verwachte ontwikkeling in zorgbehoefte op wijkniveau voor de komende jaren, zodat u het beleid hierop kan afstemmen.

Als voorbeeld een infographic in een fictieve gemeente (gebaseerd op werkelijke gegevens) in Nederland voor het jaar 2015 en een voorspelling van het aantal zorgvragers in 2020.

Bent u benieuwd naar de samenstelling van uw cliëntpopulatie in 2015 en de verwachte ontwikkeling voor 2020?

Neem dan contact op met Maartje Hanning of
Lennart Homan, telefoon (053) 4330548.

Financiering ketenzorg dementie

Op verzoek van het ministerie van VWS heeft ActiZ ons gevraagd onderzoek te doen naar de financiering van de ketens dementie. Om de ketens dementie in 2015 op een goede manier te continueren en om te voorkomen dat er een extra taakstelling voor de wijkverpleging ontstaat, was het noodzakelijk om te weten welke middelen momenteel worden ingezet voor het in stand houden van de ketens.

In opdracht van ActiZ hebben wij een inventarisatie uitgevoerd bij alle dementienetwerken om antwoord te krijgen op de volgende vragen:

  • Hoeveel ketens dementie zijn momenteel in Nederland operationeel?
  • Welke activiteiten of werkzaamheden worden door de ketens dementie uitgevoerd?
  • Wat zijn de kosten die gemoeid zijn met deze activiteiten en werkzaamheden?
  • Met behulp van welke financieringsstromen en vanuit welke domeinen worden deze activiteiten en werkzaamheden betaald?

Training casus- en procesregie als onderdeel van AVE

Tijdens de training ervaren deelnemers welke (professionele)vaardigheden en competenties nodig zijn in de uitvoering van deze rollen en ze worden hierin getraind. Hierbij gaat het onder andere om het maken van een analyse en het verbinden en sturen in de samenwerking met het gezin en de betrokken hulpverleners, vanuit een integraal plan van aanpak. We gaan specifiek in op de leerdoelen die deelnemers zichzelf stellen zoals rolvastheid, verbinden, samenwerken en/of een meer uniforme en herkenbare manier van werken.

Inhoud training
Tijdens deze training vertalen we de rol en taken van zowel een casus- als procesregisseur naar activiteiten en samenwerking met de betrokkenen. Deelnemers krijgen (beperkte) theorie aangereikt die we vervolgens oefenen aan de hand van concrete casuïstiek:

  1. Onderscheid tussen casus-en procesregie
  2. Tijdig signaleren en opschalen
  3. Integrale aanpak ( 1 gezin – 1 plan – 1 regisseur) en samenwerken
  4. Procesmatig werken
  5. Werken aan herstel van eigen regie
  6. Situationeel leiderschap
  7. Omgaan met conflicterende belangen
  8. Taakverbondenheid
  9. Meerzijdige (veelzijdig gerichte) partijdigheid
  10. Principes vanuit de systeemtheorie en contextuele aanpak

Doelgroep
We geven alleen incompany-trainingen van minimaal 8 deelnemers. De training is bedoeld voor medewerkers uit het zorg- en veiligheidsdomein die de rol van casus- of procesregisseur (gaan) uitvoeren. Bijvoorbeeld medewerkers van gemeenten, veiligheidsorganisaties en zorgaanbieders. We bieden deze training aan binnen de inrichting en implementatie van AVE.

Meer weten over de mogelijkheden voor het volgen van een incompany-training casus- en procesregie?
Laat uw gegevens achter en wij nemen graag contact met u op.

Deze training is geaccrediteerd voor het Registerplein en voor het SKJ. Deelnemers met vragen of klachten kunnen altijd contact opnemen via info@hhm.nl.

 

Ik wil graag meer weten

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.