Werk type: Actueel

Onderzoek gebruik meer zorg

In opdracht van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) onderzocht bureau HHM het gebruik van de regelingen voor meer zorg. Meer zorg biedt een aantal mensen de mogelijkheid om extra zorg te krijgen bovenop waar ze op grond van het geďndiceerde zorgprofiel recht op hebben. Bureau HHM deed kwantitatief onderzoek naar het gebruik en kwalitatief onderzoek bij gebruikers van meer zorg.

Sinds 1 januari 2015 is de nieuwe de Wet langdurige zorg (Wlz) van kracht. Daarin staat dat er vier manieren zijn om meer zorg te krijgen:

  • de regeling Meerzorg,
  • toeslagen,
  • de extra kosten thuis regeling en
  • het persoonlijk assistentiebudget.

    Bureau HHM bracht in kaart hoeveel er gebruikgemaakt wordt van deze vier manieren om het te krijgen en wat de ervaringen van de gebruikers zijn.

    Uit het onderzoek blijkt dat op 1 januari 2016 3.897 mensen gebruikmaakten van één van de mogelijkheden voor meer zorg, waarvan 3.673 mensen in een instelling wonen (ruim 93%). Dit is ruim 1% van de totale Wlz-populatie. Dit ligt onder de verwachting. De meeste ervaren knelpunten hebben te maken met het gebruik van de regeling meerzorg.

    Lees meer

    Alle onderzoeksresultaten zijn te lezen in de
    Eindrapportage Gebruik Meerzorg.
    De Nza bood het rapport aan VWS met een begeleidende brief. In de
    Brief NZa aan VWS – Onderzoek gebruik meer zorg zijn de belangrijkste bevindingen uit het onderzoeksrapport samengevat

Verbeteren werkprocessen Veilig Thuis Zeeland

Veilig Thuis Zeeland is het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kinder- mishandeling. Veilig thuis Zeeland wil haar werkprocessen onder de loep nemen, verbeteringen aanbrengen en normtijden ontwikkelen.

Hierbij zoekt de organisatie naar de optimale balans tussen uniformiteit en ruimte voor maatwerk. Goede kwaliteit en het Handelingsprotocol Veilig Thuis van de VNG en het Toetsingskader Veilig Thuis van de Inspectie Jeugdzorg zijn de uitgangspunten. Veilig Thuis Zeeland vindt eigenaarschap van professionals in dit proces belangrijk, zonder hierbij professionals teveel te belasten. Bureau HHM ondersteunt Veilig Thuis in dit verbeterproject.

Onze eindrapportage bestaat uit: een uitwerking van nieuwe gedragen werkprocessen; normering van werkprocessen; een daaruit volgende formatieberekening en risicoanalyses bij onvoldoende financiering en het voorkomen van een wachtlijst.

Meer weten over hoe wij Veilig Thuis Zeeland ondersteunen?
Mieke Looman vertelt u graag meer over dit project.

Maatschappelijk betrokken: ondersteuning van Special Arts

Betere zorg en ondersteuning voor kwetsbare burgers. Dat is al sinds 1979 de missie van bureau HHM. Vanuit onze maatschappelijke betrokkenheid zetten we ons graag in voor organisaties zoals Special Arts.

Special Arts is een landelijke stichting die bevordert dat mensen met een beperking zich kunnen ontwikkelen met kunst. Bureau HHM ondersteunt Special Arts, onder meer door een bijdrage te leveren aan publicaties en symposia en het adviseren van kunstlocaties. Zo helpt collega Albertus Laan de Kunstexpress in Barendrecht. Dit doet hij samen met Saskia ter Kuile, communicatiemanager bij In voor zorg! en Waardigheid en trots. In de voorjaarsuitgave van pArt, het kunstmagazine van Special Arts, leest u het verhaal van De Kunstexpress.

Lees het hele artikel
pArt – Passie voor kunst De Kunstexpress

Lees het hele artikel in pArt

Samenwerking cruciaal voor casemanagement dementie

Zonder samenwerking ontstaat geen duurzame oplossing om casemanagement dementie beschikbaar en betaalbaar te houden. Dat blijkt uit het onderzoek dat bureau HHM deed naar casemanagement dementie in opdracht van het ministerie van VWS. Er is al een aantal jaren een discussie over de optimale financiering en invulling van het casemanagement dementie. Bureau HHM onderzocht de huidige invulling van casemanagement dementie en keek naar wat er in de toekomst nodig is om de kwaliteit en beschikbaarheid te waarborgen.

Vanuit de praktijk komen signalen dat de kwaliteit van de inkoop en uitvoering van het casemanagement dementie in het gedrang komen. Er zijn diverse knelpunten en het belang van samenwerken op meerdere fronten staat bovenaan. Een goed functionerende keten vraagt zowel om samenwerking tussen aanbieders onderling als tussen aanbieders en financiers. Hierin hebben alle partijen een gedeelde verantwoordelijkheid.

Het onderzoek laat onder andere zien dat casemanagement dementie niet overal beschikbaar is en de kwaliteit van het casemanagement door aanbieders en ketenregisseurs als divers wordt ervaren.

Alle partijen noemen scholing en samenwerking als de belangrijkste maatregelen om de kwaliteit van het casemanagement te waarborgen. Voor het waarborgen van de kwantiteit zijn maatregelen rondom formatie en gesprekken met financiers over de invulling van het casemanagement en de hoogte van het beschikbare budget de belangrijkste maatregelen.

Er is echter geen overeenstemming over de benodigde scholing, expertise en ervaring die nodig is bij professionals met de functie casemanagement. Ook is er geen overeenstemming over welke professional in welke fase van de ziekte uit welke financieringsbron ingezet moet worden in de functie casemanagement dementie.

Een veelvoud aan oplossingen lijkt mogelijk, waarbij verschillende stakeholders aan zet zijn om actie te ondernemen. In het onderzoeksrapport zijn drie scenario’s uitgewerkt voor het beleggen van verantwoordelijkheid en sturing in de gegeven oplossingen:

  • De regie en verantwoordelijkheid voor casemanagement dementie ligt bij aanbieders.
  • Financiers stellen kaders en geven sturing aan casemanagement dementie.
  • De overheid stelt kaders en geeft invulling aan casemanagement dementie.

Meer lezen?

Lees hier het onderzoeksrapport.

Kamerbrief casemanagement bij dementie.

Tool om zorgzwaarte en verblijfpakket voor de jeugd vast te stellen

In opdracht van de gemeente Rijssen-Holten ontwikkelde bureau HHM de Bepaling Verblijfpakket jeugd module (BVPJ module). Een tool die jeugdconsulenten ondersteunt bij het vaststellen van een zorgzwaartepakket. Andere gemeenten en partijen die werken met zorgzwaartepakketen (ZZP) binnen het jeugddomein kunnen deze tool ook gebruiken. Deze BVPJ module wordt opgenomen als best practice op de pilotstarter van de VNG.

Voor jeugdigen met complexe, samengestelde problematiek wordt dit pakket gebruikt om de zorg vast te stellen. De BVPJ module geeft aan de hand van een aantal korte vragen een objectief en onderbouwd advies over het best passende ZZP en zou ook jeugdconsulenten binnen andere gemeenten kunnen helpen. In de praktijk blijkt namelijk dat de consulenten vooral behoefte hebben aan een instrument dat helpt om objectief en onderbouwd te komen tot een pakket van zorg in verblijf. De jeugdconsulenten in Rijssen-Holten ervaren deze tool als zeer bruikbaar. De BVPJ module werd eerder door een onderdeel van Bureau Jeugdzorg gebruikt.

Hoe werkt de BVPJ module?
De consulent vult, zo nodig geanonimiseerd, of met cliëntnummer, een aantal vragen in – soms met hulp van experts in de omgeving van de cliënt – waarop als uitkomst de zorgzwaarte wordt gegeven, met een onderbouwing en een beschrijving van het te adviseren ´pakket´. De onderbouwing sterkt consulenten niet alleen in het maken van de juiste keuze, maar ook in de toelichting richting de inwoner.

Meer weten?
Nienke van Vliet vertelt u graag meer: t. 053 433 05 48.

Zora de zorgrobot

“Ik hoop dat deze uitleg interessant was, bedankt voor het luisteren naar mij.”
Deze week kreeg bureau HHM bezoek van Zora. Zora staat voor Zorg Ouderen Revalidatie en Animatie en is een 57 centimeter grote programmeerbare robot. ZORA beschikt over veel verschillende sensoren en ziet, hoort, beweegt en reageert autonoom.

Zora kan bijvoorbeeld geheugenspelletjes doen, dansen en een luisterend oor bieden. Daarnaast leest Zora het nieuws voor, maakt samen een wandeling of ondersteunt bij lichte revalidatie.
Ina Diermanse helpt verschillende zorgorganisaties bij de implementatie van zorgtechnologie en snapt dat veel mensen nog een beetje moeten wennen aan zo’n zorgrobot: “Mensen zijn soms bang dat de robot het contact overneemt van de mens. Maar dat is niet de bedoeling. De robot kan iets extra’s brengen naast de geboden zorg, is een aanvulling en geen vervanging. In de praktijk blijkt dat Zora helpt tegen eenzaamheid. Mensen luchten soms zelfs eerder hun hart bij Zora dan bij een zorgprofessional. Zora heeft namelijk altijd tijd en oordeelt niet.”

Bureau HHM bedankt Kees Weevers van de IVVU die ons liet zien wat Zora kan.

Verdeelmodel beschermd wonen ook in 2017 gehanteerd

Ook in 2017 hanteert het Rijk het door bureau HHM ontwikkelde historisch verdeelmodel voor de middelen Beschermd Wonen. Staatssecretaris Van Rijn en de VNG kwamen hierover deze week tot afspraken.

Vorig jaar ontwikkelde bureau HHM het verbeterde historische verdeelmodel op basis van aanvullend diepteonderzoek binnen alle centrumgemeenten. Nu is besloten, met het oog op het advies van de commissie Dannenberg, om het model in ieder geval ook voor de verdeling van de middelen van 2017 te hanteren.

Lees meer

VNG.nl – Verdeling budgetten Beschermd Wonen en Opvang over 2017

Workshop ‘Vaardig in trialoog’

Zorg moet gaan over mensen, niet over systemen. Wij geloven dat deze ambitie een stukje dichterbij komt, wanneer cliënt, familie en zorgprofessional in staat zijn anders met elkaar te praten. Liefdevol, waardevol en vol vertrouwen. In een andere rolverdeling, met een nieuwe taal en met nieuwe technieken.

Op dondermiddag 22 september houdt bureau HHM daarom de workshop ‘Vaardig in trialoog, een verdraaid goed gesprek tussen cliënt, familie en zorgprofessional‘. Voor zorgprofessionals en wijkteamleden. Want het zeggen is één ding, maar het doen… vraagt om een andere mindset en veel oefening!

Tijdens deze workshop staan we stil bij de noodzaak van trialoog; wat een trialoog impliceert voor onderlinge verhoudingen en attitudes; hoe een trialoog eruit kan zien en welke vaardigheden trialoog voeren van zorgprofessionals vraagt. Daarbij reiken we u enkele handige gesprekshulpmiddelen aan. Dit alles met vlotte creatieve werkvormen en veel praktische voorbeelden. Natuurlijk gaat u ook zelf oefenen, zodat u er de volgende dag meteen verder mee aan de slag kunt.

Lees hier de brochure Workshop Vaardig in trialoog 22 september (locatie: Deventer) of geef u meteen op bij Judith Kippers.

Financieel onderzoek Rijksvaccinatieprogramma

Met de beoogde wijziging van de Wet publieke gezondheidszorg worden gemeenten vanaf 2018 gemeenten verantwoordelijk voor het toedienen van de vaccins, het geven van voorlichting en de daarbij behorende werkzaamheden. Daartoe wordt een deel van het budget voor het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) overgeheveld naar het gemeentefonds. Bureau HHM deed, in opdracht van het Ministerie van VWS, onderzoek dat moet leiden tot een onderbouwing van het over te hevelen macrobudget voor deze taken. Vorige week is het onderzoeksrapport aangeboden aan de Tweede Kamer.

Bureau HHM onderzocht:

  • De ontwikkeling van het macrobudget vanaf 2011 tot en met 2014;
  • De effecten van veranderde kwaliteitseisen en veranderingen in de maatschappij;
  • De effecten voor gemeenten bij overdracht naar gemeenten, dit betreft onder andere de kosten voor invoering en de gemeentelijke uitvoeringskosten.

Projectleider en senior adviseur Peter Bakker: ‘Met dit onderzoek actualiseerden wij de resultaten van ons onderzoek uit 2011. We keken naar de tijdbesteding en de kosten van de individuele en de groepsvaccinaties. Opvallend was dat het organiseren en uitvoeren van een groepsvaccinatie tegen HPV (het humaan papillomavirus dat baarmoederhalskanker veroorzaakt) veel meer tijd kost dan waarmee in 2011 is gerekend. In 2011 werd gerekend met 7,8 minuten per vaccinatie; dit onderzoek laat zien dat er in werkelijkheid 14,4 minuten aan wordt besteed. Dat komt door de sterk wisselende opkomst bij HPV-vaccinaties. Het is nu aan het Rijk en de VNG om de hoogte van het over te hevelen budget definitief te bepalen.’

Meer lezen?
Bekijk hier het kamerstuk en het eindrapport.

Hoe kan technologie bijdragen aan ‘van zorgen voor, naar zorgen dat’?

Samen met een VVT organisatie die zowel intramurale verpleeghuiszorg als thuiszorg biedt in een groot werkgebied, onderzoeken wij hoe technologie kan bijdragen aan een transitie van zorgen voor naar zorgen dat.

Het traject bestaat uit visievorming, het in kaart brengen van zorgvragen en passende technologie en het maken van verschillende business cases als beslissingsondersteuning. Daarna begeleiden we verschillende pilots en kijken hoe we de succesvolle elementen breed kunnen uitrollen. De vraag is hoe technologie kan bijdragen aan de eigen regie van cliënten en aan slimme bedrijfsvoering.

Dit project is een onderdeel van Invoorzorg! thematranche technologie. Ina Diermanse is hierbij betrokken als coach en vertelt u graag meer over zorgtechnologie.

Beschikt uw toegangsteam over de juiste kennis en expertise? Bureau HHM biedt workshops en trainingen

Mevrouw de Vries heeft een Wlz-indicatie en wil voorlopig thuis blijven wonen maar kan wel wat extra hulp gebruiken in het huishouden. Waar kan zij terecht? Inderdaad, bij de Wmo. Tenzij ze heeft gekozen voor een vpt of pgb uit de Wlz … Snapt u het nog?

We geven het eerlijk toe: ook wij moeten erg ons best doen onze kennis over de zorgwetten op peil te houden. Omdat dit past bij de kwaliteit van onze dienstverlening, doen we dat graag. En als we dan toch die kennis in huis hebben, willen we het ook delen. Daarom ontwikkelden we bouwstenen voor trainingen, workshops en presentaties voor permanente deskundigheidsbevordering van uw medewerkers.

We hebben er vijf:

Bouwsteen 1: Welke wetten en regels gelden?
Deze training frist kennis op over de hervorming langdurige zorg, de verschillende wettelijke kaders en overgangsrechten.

Bouwsteen 2: Wat zijn behoeften van burgers?
In deze training delen we onze kennis van ondersteuningsbehoeften, uitgesplitst naar levensdomeinen.

Bouwsteen 3: Wat doen we als het onduidelijk is?
In deze training helpen we u om uit te vinden hoe u moet handelen in situaties waarbij in de wet- en regelgeving geen eenduidig antwoord te vinden is.

Bouwsteen 4: Hoe werken we resultaatgericht?
Bent u al in staat het gewenste resultaat met de daarbij horende doelen en middelen te beschrijven? Tijdens deze training werken we er samen aan.

Bouwsteen 5: Wij ontwikkelen (ons)
Tijdens deze training maakt u kennis met verschillende leervormen, kiest u passende leervormen voor het team en maken we samen een goed doordacht teamleerplan.

De exacte inhoud van de trainingen en presentaties sluiten we aan op uw wensen. Wij doen dit onder andere voor de zorgconsulenten van Noorderbreedte.

Meer weten?
Bel (t. 053 – 433 05 48) of mail met Nienke van Vliet of Ingrid Oomen om de mogelijkheden te bespreken.

Onderzoek effecten nieuw toegangsteam jeugdhulp

Voor een Overijsselse gemeente onderzoekt bureau HHM de effecten van de inzet van een nieuw toegangsteam voor de jeugdhulp. Het doel van het nieuwe toegangsteam? De benodigde ondersteuning zonder schotten, met minimale bureaucratie en vanuit één zogeheten familiegroepsplan te realiseren.

Het Team Jeugd is een publiek private samenwerking tussen de gemeente en enkele aanbieders. Zij hebben fors geďnvesteerd in het Team Jeugd. De vraag is nu in hoeverre beoogde beleidsdoelstellingen worden behaald en waar mogelijkheden voor verbetering liggen. Het onderzoek bestaat uit drie fasen:

1 Een documentanalyse, waarin beleidsdoelstellingen en inrichtingskeuzes in kaart worden gebracht.

2 Het verzamelen van kwantitatieve informatie en kwalitatieve informatie over de prestaties van het Team Jeugd.

3 Het analyseren en presenteren van de bevindingen, inclusief verbetermogelijkheden.

Maartje Hanning: “Met de introductie van Team Jeugd is ook het zogenaamde familiegroepsplan geďntroduceerd. Hierbij stelt de professional samen met de familie een plan op. In dit plan komt niet alleen naar voren wat de benodigde inzet van professionals is, maar nadrukkelijk ook welke inzet van bijvoorbeeld familieleden gevraagd wordt. De leden van Team Jeugd zijn enthousiast en zien dat familieleden echt willen meewerken aan het verbeteren van de situatie.”

Geslaagde bijeenkomst transformatie beschermd wonen

Transformeren doe je samen. Dinsdag (26 april) hield bureau HHM in Nieuwegein de tweede bijeenkomst voor aanbieders over beschermd wonen. De centrale vraag luidde: “Waarmee kunnen we de cliënt nóg beter in de thuissituatie ondersteunen en met welke partners gaan we deze zorg organiseren?”

Albertus Laan vertelde meer over de veranderingen op gebied van beschermd wonen de afgelopen jaren en wat dat betekent voor de transformatie-opgave in de toekomst. Ina Diermanse ging in op hoe technologie kan bijdragen aan onder andere de eigen regie van cliënten. Albertus Laan hield vervolgens een workshop over samenwerking: “Wij kijken terug op twee geslaagde bijeenkomsten. Tijdens de bijeenkomsten zag je dat aanbieders bereid waren om actief met elkaar mee te denken en het prettig vonden om te sparren met collega’s.”

Bijeenkomst Transformeren doe je samen

Onderzoek casemanagement dementie

Vanuit de praktijk komen diverse signalen dat de kwaliteit van de inkoop en uitvoering van het casemanagement dementie in het gedrang komen. Er is al een aantal jaren een discussie over de optimale financiering van het casemanagement dementie. Om de beslissing hierover te kunnen nemen, is inzicht nodig in hoe de verschillende ketens op dit moment invulling geven aan casemanagement dementie. Bureau HHM doet hier, in opdracht van het ministerie van VWS, onderzoek naar.

Meer weten?
Patrick Jansen en Evelien Rijken vertellen u graag meer.

Onderzoek wachtlijsten langdurige zorg in opdracht van VWS

Dertienduizend mensen wachten op een voorkeursplek in een instelling in de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Staatssecretaris Martin van Rijn wil hier iets aan doen. Hoe hij dat wil doen vertelt hij vandaag in een interview met Zorgvisie. Bureau HHM doet in opdracht van VWS onderzoek naar actief- en wenswachtenden.

Wenswachtenden zijn mensen die willen wachten op het aanbod van hun voorkeursaanbieder. Het onderzoek moet inzicht bieden in hoe wachtlijsten en wachttijden ontstaan en de mate waarin cliënten er zelf voor kiezen om op een wachtlijst te staan. Doel is aanbevelingen te doen om de wachtlijst en de wachttijd te verkorten en de doorstroom te bevorderen. Bovenal willen we van de mensen weten wat hun redenen zijn om te wachten op hun voorkeursaanbod.

Projectleider Nienke van Vliet: “Tussen 2000 en 2008 deden wij ook onderzoek naar de wachtlijsten in de langdurige zorg. In dit onderzoek kiezen we voor een aanpak waarbij we in gesprek gaan met de mensen op de wachtlijst over hun wensen. Dit doen we omdat VWS niet alleen wil weten waarom mensen geen gebruik maken van het beschikbare aanbod, maar ook wat zij wel willen en welke alternatieven zij zoeken”.

Verhalenketting: Bijzondere ontmoetingen met dak- en thuislozen

Indrukwekkende, ontroerende en mooie momenten. In ons werk als adviseur maken wij dagelijks heel wat mee. Een aantal van deze momenten delen wij graag in de vorm van inspirerende verhalen. De volgende in de reeks is een verhaal van collega Sophie ten Hove.

Haar verhaal gaat over bijzondere ontmoetingen met dak- en thuislozen. In opdracht van een gemeente brengen we de dakloze inwoners in kaart en gaan we met hen in gesprek over hun behoefte aan ondersteuning of voorzieningen. “Aan het einde van deze middag zijn we niet alleen onder de indruk van de locatie waar ze ‘wonen’, maar ook van hun levensverhalen.”

Bijzondere ontmoetingen met dak- en thuislozen – door Sophie ten Hove

Bijeenkomst beschermd wonen 2017 en verder!

‘Transformeren doe je samen’, de titel van de inspirerende middag voor aanbieders van beschermd wonen, georganiseerd door bureau HHM. Op het programma staan een kennissessie en verschillende workshops. Dinsdag 22 maart was er een eerste bijeenkomst. Voor wie dit gemist heeft, is er 26 april een tweede editie.

Bureau HHM deed vorig jaar onderzoek naar het historisch verdeelmodel Beschermd Wonen. Dat onderzoek heeft een nieuwe verdeelsleutel opgeleverd. Laura Hofman: “Nu is het voor gemeenten en aanbieders tijd om de handen in een te slaan en echt te starten met de transformatie. We zien kansen om de ondersteuning meer vanuit de vraag op te bouwen dan vanuit het aanbod. Dit vraagt een behoorlijke veranderslag in de organisatie van beschermd wonen. Wat wil de cliënt nou echt en hoe kunnen aanbieders dit samen ontwikkelen?” Tijdens ‘Transformeren doe je samen’ verkennen we samen met aanbieders passende mogelijkheden.

Terugblik 22 maart
Op 22 maart was de eerste bijeenkomst bij Kwintes in Zeist. De centrale vraag luidde: “Waarmee kunnen we de cliënt nóg beter in de thuissituatie ondersteunen en met welke partners gaan we deze zorg organiseren?”. Nico Dam vertelde meer over de veranderingen tot 2030 (tijdsvenster rapport Dannenberg). Ina Diermanse hield een verdiepingssessie over technologie en Robin Hulsink ging in op Samenwerking.

Als afsluiter sprak Saskia Vermeulen over de ervaringen binnen Stichting Kwintes: “Er lijkt onderling steeds meer energie te ontstaan. De samenwerking met andere aanbieders en gemeenten verloopt soepeler. Daarbij zijn er nog wel stappen te zetten. Het zou prachtig zijn als we nog meer kunnen aansluiten bij de vraag van de cliënt en daar omheen gezamenlijk de hulpverlening organiseren. Ik heb vanmiddag goede dingen gehoord die ons daarbij kunnen helpen.”

Tweede bijeenkomst
Op 26 april is een tweede bijeenkomst. Hiervoor zijn nog enkele plaatsen beschikbaar. Meer weten of aanmelden? Neem dan contact op met Laura Hofman, telefoon 06 51 41 62 77.
Bijeenkomst Transformeren doe je samen

‘Alleen de wetgeving aanpassen lost de problemen niet op’

Zelfstandig wonende ouderen die blijvend toezicht of nabijheid van zorg nodig hebben zodat ze niet langer onder de Wmo vallen maar onder de Wlz, ondervinden hinder van de schotten tussen die wetten. Ook het vervoer van en naar dagbesteding kan een struikelblok worden nu gemeenten hiervoor de verantwoordelijkheid dragen. Maar het biedt ook mogelijkheden voor integrale vervoersoplossingen. HHM-adviseur Patrick Jansen werd hierover uitgebreid geďnterviewd door Annemarieke Nierop en Jolien van de Sande van Van Waarde Lokaal.

“Alleen de wetgeving opnieuw aanpassen lost de problemen niet op. Ik vermoed dat zodra je de wetgeving aanpast, er elders toch weer een soortgelijke discussie ontstaat. Voor de korte termijn is het beter om te accepteren dat we nu eenmaal die wetten hebben, de Wmo, de Zvw en de Wlz. Laten we ons inspannen om te zorgen dat de professionals die vanuit deze wetten werken – zoals de wijkverpleegkundigen, de sociale teams en het CIZ – kennis hebben van de huidige wetten en op grond daarvan goed met elkaar gaan samenwerken”, zegt hij in het interview over de schotten tussen de verschillende wetten.

Doelgroepenvervoer

In het interview gaat Patrick ook uitgebreid in op het doelgroepenvervoer: “Ons idee is dat je niet moet spreken van doelgroepenvervoer maar van mobiliteit. Het gaat om het op de één of andere manier mobiel maken van mensen, zodat ze kunnen participeren in de maatschappij. Georganiseerd vervoer is daarvoor slechts één mogelijkheid. Voor veel gemeenten wordt 2017 in dat opzicht een belangrijk jaar, omdat in 2016 veel contracten aflopen. Dat biedt mogelijkheden het vervoer anders te organiseren. Hiervoor hebben we een model ontwikkeld dat we inmiddels voor een kwart van de gemeenten hebben toegepast.”

Benieuwd naar het hele interview?
Lees het hier.

Weet u waar het schuurt tussen de verschillende wetten?
Test uw kennis met de
Nationale Kennistest Zorgwetten
.

Mantelzorg & Dementievriendelijke samenleving

Een dementievriendelijke samenleving. Dat onderwerp stond maandag 14 maart centraal tijdens de manifestatie Mantelzorg & Dementievriendelijke samenleving. SIZ Twente organiseerde de organisatie, bureau HHM hielp. De manifestatie had tot doel een eerste aanzet te geven tot een samenleving waarin begrip is voor mensen met dementie en hun mantelzorgers en waarin beide zo lang mogelijk passend actief kunnen blijven.</>

De Twentse gemeenten, SIZ Twente, zorg- en welzijnsorganisaties en Menzis zorgverzekeraar ondertekenden een intentieverklaring met als doel een dementievriendelijk Twente. De middag bestond verder uit een serie van inspirerende lezingen, diverse workshops, een informatiemarkt en een MantelZorg Café. Namens VWS sprak Rienk Jansen over het belang van een dementievriendelijke samenleving en de rol van mantelzorgers. Hij gaf aan blij te zijn met organisaties zoals Stichting Informele Zorg Twente en achter een dementievriendelijk Twente te staan.

Ina Diermanse van bureau HHM hield een workshop met als titel Mantelzorgers in een doolhof van wet- en regelgeving. “Ik vond het een geslaagde middag. Mantelzorgers hebben vaak praktische vragen, willen advies of een check. En dat kon ik ze geven. Mijn boodschap was die middag ‘er kan meer dan je denkt’ en zorg dat je weet waar de wetten schuren’. Daarvoor moet je weten wat een wettekst is en hoe je deze moet lezen. Daar heb ik uitleg over gegeven en tips gegeven hoe je dan in gesprek gaat met bijvoorbeeld de gemeente of zorgaanbieder.”

De middag trok ruim vierhonderd mantelzorgers, zorgvrijwilligers, professionals en bestuurders.

Bekijk het fotoverslag

Ook slim gebruikmaken van subsidiekansen?

Bureau HHM ontwikkelt zich permanent. In het jaar 2016 maakt zij voor het professionaliseringsplan gebruik van subsidie van het Europees Sociaal Fonds. Wilt u ook slim gebruikmaken van subsidiekansen? Robin Hulsink vertelt u er graag meer over.

Evaluatieonderzoek verslavingszorg openbaar

Op verzoek van de minister van VWS bracht het Zorginstituut Nederland (Zinl) in 2014 het rapport ‘Verslavingszorg in beeld – alcohol en drugs’ uit. Het rapport bevat aanbevelingen voor alle betrokken partijen voor de verdere verbetering van de verslavingszorg. Daarnaast nam Zorginstituut Nederland een standpunt in over het klassieke Minnesota Model. Bureau HHM onderzocht of en hoe de aanbevelingen door de praktijk zijn overgenomen. Vandaag stuurde Zinl minister Edith Schippers een brief met daarbij de uitkomsten van dit onderzoek.

Projectleider Peter Bakker: “Het onderzoek was een mooie combinatie tussen deskresearch van inkoopdocumenten en interviews. Tijdens het onderzoek spraken we op concernniveau met alle zorgverzekeraars. De mensen die wij spraken, kenden het rapport ‘Verslavingszorg in beeld – alcohol en drugs’ en geven op eigen wijze invulling aan de aanbevelingen uit dit rapport.”

Lees meer
Zorginstituut Nederland -Verslavingszorg in beeld – alcohol en drugs en Standpunt Minnesota

Arnold Moerkamp (ZINL) licht leidraad verantwoorde personeelssamenstelling toe

Bureau HHM ontwikkelde samen met ZiNL, NPCF, ActiZ, BTN, Verenso, ZN, V&VN en IGZ en VWS de leidraad verantwoorde personeelssamenstelling voor verpleeghuizen. Arnold Moerkamp geeft aan dat de leidraad geen blauwdruk is, maar een instrument voor een gericht gesprek. In de komende periode wordt de leidraad op die manier verder doorontwikkeld. Patrick Jansen en Angela Welling vertellen u graag meer over de leidraad verantwoorde personeelssamenstelling.

Lees meer

Arnold Moerkamp in Zorgvisie – “Leidraad geeft richting aan de personeelsformatie”

Verhalenketting: Consoler Toujours

Indrukwekkende, ontroerende en mooie momenten. In ons werk als adviseur maken wij dagelijks heel wat mee. Een aantal van deze momenten delen wij graag in de vorm van inspirerende verhalen. De volgende in de reeks is een verhaal van collega Nienke van Vliet.

Haar verhaal gaat over passende zorg in de laatste levensfase.

Consoler toujours – door Nienke van Vliet

Kennisontwikkeling Zorgconsulenten

Met een goed en actueel overzicht van geldende wet- en regelgeving kunt u (potentiële) cliënten en verwanten op de best passende manier (laten) ondersteunen. Getriggerd door onze Nationale Kennistest Zorgwetten vroeg Noorderbreedte ons om haar team zorgconsulenten te helpen hun de kennis op het gebied van de Wet langdurige zorg, de Zorgverzekeringswet en verschillende grensvlakproblematieken verder te ontwikkelen.

We organiseren hiervoor een kennistoets en afgestemd daarop een aantal trainingen op locatie. In deze trainingen frissen de zorgconsulenten hun de kennis op over de hervorming langdurige zorg op, de verschillende wettelijke kaders en overgangsrechten. We gebruiken daarbij ‘gewone mensentaal’. Het gaat daarbij niet alleen om ‘wat het is’ maar ook ‘hoe het kan’, dus hoe je de geldende wet- en regelgeving kunt toepassen in de dagelijkse praktijk van de zorgconsulenten. Natuurlijk is het belangrijk deze kennis vervolgens goed te borgen en actueel te houden. De verantwoordelijkheid hiervoor hoort bij het team zelf te liggen. Daarom faciliteren we het team in een workshop ‘Wij ontwikkelen ons’ om een eigen kennis-ontwikkelplan te maken.

Meer weten?
Neem contact op met Nienke van Vliet.

AVE-aanpak rondom Romakinderen

Ashley is 12 jaar en komt uit een Romagezin. Zij gaat niet naar school en is bekend bij de politie in verband met diefstal. Haar ouders deden de geboorteaangifte in een Nederlandse gemeente, terwijl ze zelf in België wonen. Ashley is vaak te vinden bij haar grootouders, zij wonen in Nederland. Dit wordt echter ontkend door de grootouders. De politie heeft het gevoel dat de familie Ashley beschermt en krijgt signalen dat Ashley wordt uitgehuwelijkt. De politie vraagt zich af hoe ze in deze situatie moet handelen.

In het kader van het landelijk programma ‘Aanpak uitbuiting Roma kinderen’- een samenwerkingsprogramma tussen het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid – vond op 18 februari de kennisbijeenkomst ‘Werk in Uitvoering’ plaats. Binnen het programma zijn verschillende proeftuinen opgericht voor gemeenten, jeugdbescherming en politie. Het doel van deze proeftuinen is het vergroten van de handelingskracht van professionals die te maken hebben met multiprobleemgezinnen met een Roma achtergrond. De grootste uitdaging ligt in de verbinding tussen de zorg- en veiligheidsketen. In dit kader verzorgde bureau HHM tijdens deze dag een workshop over de AVE-aanpak.

Wat is AVE?

Een gezin met problemen kan te maken krijgen met hulp van meerdere professionals. Goede samenwerking is hierbij cruciaal. Met samenwerking kom je verder dan alleen. Maar is duidelijk wie, wanneer, waarvoor verantwoordelijk is? De AVE aanpak geeft antwoord op deze vragen. AVE staat voor Aanpak ter Voorkoming van Escalatie bij huishoudens met oplopende problematiek. Wijkteammedewerkers in diverse gemeenten ervaren AVE als een belangrijke ondersteuning in hun dagelijkse uitvoeringspraktijk. Het doel van AVE is om escalatie binnen een gezin, buurt of wijk te voorkomen. Een gezin zoals dat van Angelo en Ilona.

Angelo (36 jaar) en Ilona (33 jaar) hebben twee kinderen. Pascal (3 jaar) en Melissa (1 jaar). Vader Angelo verloor onlangs zijn baan. Er is bij hem sprake van controleverlies in het gedrag en emoties. In het gezin zijn forse relatieproblemen. Inmiddels heeft moeder Ilona de relatie verbroken omdat er sprake was van huiselijk geweld. Angelo is een gevaar voor het gezin. Moeder, de kinderen, verschillende mensen in de familie en hulpverleners worden door de vader bedreigd. Hoe ga je hier als professional mee om, wie betrek je in de samenwerking rondom het gezin?

De vraag die hieruit voortkomt is hoe gemeenten en betrokken professionals de verbinding kunnen leggen tussen zorg en veiligheid, zodat kinderen in een veilige omgeving kunnen opgroeien en escalatie binnen een gezin wordt voorkomen?

AVE kan hier antwoord op bieden. Ave geeft duidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden, wie heeft de regie: wie heeft de ‘puntmuts’ op en wie doet wat. Met als doel oplopende problematiek te voorkomen en als het zich voordoet de situatie zo snel mogelijk te stabiliseren.

Organisch veranderen in praktijk

Hoe met een ‘blauw’ projectplan toch organisch veranderd kan worden laat het Project Samen Zwartsluis zien. Sanja Bouman is als coach betrokken bij het project. Sanja: “Het is de aanpak die bijzonder is. Samen Zwartsluis begint consequent bij de behoefte van de inwoners. De doelstellingen zijn een kader, ze geven houvast om gericht te praten. Daarbinnen kijken de projectleiders wat echt nodig is. Zo bouwen ze het vanuit het dorp op.”

Sanja coacht de projectleiders Sara Wind en Changuna Bijvank bij het invullen van hun rol: ‘Zij krijgen mensen in beweging en ik help hen de energie te focussen en te zorgen dat wat wordt ingezet ook blijvend is.’ Op de website van In voor zorg! leest u, in de vorm van een interview, meer over Samen Zwartsluis.

Wilt u meer ideeën opdoen over organisch veranderen in de praktijk? Bel (053-433 05 48) of mail Sanja Bouman gerust.

Transformeren doe je samen: Beschermd Wonen

Bureau HHM zoomt op 22 maart met aanbieders van Beschermd Wonen in op het thema Transformatie. Zo kunnen zij in korte tijd, heel gericht kennis vergaren en ideeën uitwisselen. Op het programma staan onder andere een kennissessie, twee workshops en pitches van aanbieders.

Nico Dam, Ina Diermanse en Robin Hulsink gaan in op:

  • Hoe bepaal ik welke samenwerkingsverbanden voor mij van toegevoegde waarde zijn?
  • Hoe zorg ik voor een goede zorgcontinuďteit?
  • Hoe bevorder ik de in-, door-en uitstroom?
  • Hoe vind ik de juiste aansluiting bij toegangsteams van de gemeente?

De bijeenkomst vindt plaats bij Kwintes te Zeist van 13.00 tot 16.00 uur. Bent u een aanbieder beschermd wonen? Dan bent u van harte welkom. U kunt zich hier aanmelden voor deze bijeenkomst. Wilt u de aanwezigen een kijkje geven in uw organisatie en laten zien waar u trots op bent? Dan is er de mogelijkheid om u als spreker aan te melden voor de pitch-sessie.

De uitnodiging inclusief het programma vindt u hier.

Verhalenketting: ‘Wat trek ik aan?’

Indrukwekkende, ontroerende en mooie momenten. In ons werk als adviseur maken wij dagelijks heel wat mee. Een aantal van deze momenten delen wij graag in de vorm van inspirerende verhalen. De volgende in de reeks is een verhaal van collega Ina Diermanse.

Haar verhaal draagt de titel ‘Wat trek ik aan?’. Stopt de eigen regie van een cliënt bij kledingkeuze?

‘Wat trek ik aan?’ – door Ina Diermanse

Nationale Kennistest Zorgwetten 2016

Ruim zesduizend professionals en beleidsmakers testten in 2015 online hun kennis van de nieuwe zorgwetten. De gemiddelde score was 54%, net geen voldoende. Weet u met een jaar ervaring meer van de zorgwetten? En kunt u uw kennis op de juiste wijze toepassen in specifieke situaties? Met de Nationale Kennistest Zorgwetten 2016 ontdekt u wat u weet van de Wmo, de Jeugdwet, de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg.

De nieuwe editie van de Kennistest heeft 16 meerkeuzevragen en vier casussen waar de wetten ‘schuren’. Net zoals bij de Nationale Kennistest Zorgwetten 2015 krijgt u na afloop direct uw score inclusief een toelichting op de juiste antwoorden.

De Kennistest is ontwikkeld voor professionals en beleidsmakers in de zorgsector en het sociaal domein, maar kan door iedereen worden ingevuld. De Kennistest vraagt ongeveer 20 minuten van uw tijd. Het is ook leuk om de test in uw team te doen als kennissessie en samen over de vragen en antwoorden door te praten. Na afloop horen wij graag uw ervaringen!

Naar de Kennistest

GGz Eindhoven zet Timesview in als trigger om verbetering te realiseren

Timesview® is een instrument waarmee eenvoudig inzichtelijk wordt hoe u intramuraal uw tijd besteedt.

Stef Marinus, projectleider bij GGz Eindhoven (GGzE) vertelt:
“GGzE is een organisatie waarbij innovatie erg belangrijk is. Zo beschikt GGzE bijvoorbeeld over een eigen E-lab, waarin E-health toepassingen worden ontwikkeld. TimesView® is een innovatieve tool. We spreken in de sector veelal over tijdsregistratie, maar kijken nooit echt goed waaraan de precieze tijd opgaat. Deze tool maakt het mogelijk om inzichtelijk te maken hoe en waar tijd aan gespendeerd wordt; zonder waardeoordeel. Met deze situatieanalyse kan het team, in transitie naar zelforganisatie, zelf ontdekken of de tijd juist wordt ingezet. Teams zijn daar zelf prima toe in staat! We hebben gedurende dit traject ook gekozen om kwaliteitsvragen te koppelen aan de tijdsmeting; voor ons maakt dit het waardevol. De zoektocht naar antwoorden op vragen zoals “een cliënt die eenzaam is, is die ook vaak alleen?”. Die verhouding is niet 1:1, maar stap 1 is constateren dat een cliënt eenzaam en/of vaak alleen is. Het team kan daarna bepalen welke actie noodzakelijk is. De meting is niet de oplossing, wel de trigger om een verbetering te realiseren: het legt zaken bloot en stelt dingen ter discussie.”

Raamcontract ‘Waardigheid en trots’

Wij zijn er trots op dat wij als bureau HHM een raamcontract hebben verworven voor het kwaliteit verbeterprogramma van de langdurige zorg “Waardigheid en Trots”. Dit betekent dat wij zorgorganisaties die zich aanmelden voor het programma kunnen ondersteunen.

Het programma is een initiatief van het ministerie van VWS en bedoeld voor kwaliteitsverbetering in de langdurige zorg. Ina Diermanse, partner bureau HHM: “Onze adviseurs zijn bij uitstek in staat om organisaties in de langdurende zorg te ondersteunen en coachen bij verbeterprogramma’s. Wij hebben veel ervaring binnen de langdurige zorg. Zo werd het afwegingskader voor de Wlz door ons ontwikkeld en kregen wij in augustus de opdracht van het Ministerie van VWS om een leidraad verantwoorde personeelssamenstelling in verpleeghuizen te ontwikkelen.”

Meer weten?
Neem contact op met Ina Diermanse via i.diermanse@hhm.nl of 06-22380562.

Zie ook:

Belangrijke rol voor bureau HHM bij kwaliteitsverbetering verpleeghuizen

Actueel voor zorgaanbieders in de langdurige zorg: extra middelen “Waardigheid en Trots”

www.waardigheidentrots.nl

Toegang tot de Wlz voor GGZ-cliënten

GGZ-patiënten die blijvend permanent toezicht of 24-uurs zorg nodig hebben, moeten toegang krijgen tot de Wet langdurige zorg (Wlz). De groep die daar langdurig, maar niet blijvend op is aangewezen niet. Dat adviseert Zorginstituut Nederland aan het ministerie van VWS. Het Zorginstituut baseert dit advies op een onderzoek van bureau HHM.

Bureau HHM ontwikkelde eerder al het nieuwe afwegingskader voor de Wlz. In principe is dit afwegingskader niet van toepassing voor mensen met een psychische stoornis omdat een psychische stoornis geen reden is voor toegang tot de Wlz. De zorg en begeleiding voor deze mensen moet door de gemeente of de zorgverzekeraars worden geregeld.
De Tweede Kamer nam echter een motie aan dat er geen onderscheid mag worden gemaakt tussen de langdurige GGZ en de overige langdurige zorg. Naar aanleiding van die motie heeft de staatssecretaris het Zorginstituut advies gevraagd welke groepen mensen met psychische problemen toegang zouden moeten krijgen tot de Wlz. Het Zorginstituut schakelde bureau HHM in dat te onderzoeken.
HHM-adviseur Patrick Jansen: “Met deze aanpassing krijgen alle verzekerden met een blijvende behoefte aan toezicht toegang tot de Wlz. Verzekerden met een psychische stoornis vormen geen uitzondering meer.”

Meer lezen?

Zorginstituut adviseert Wlz ook open te stellen voor GGZ-patiënten

Skipr Zorginstituut: Wlz ook voor ggz-patiënt die blijvend zorg nodig heeft

TimesView®: transparantie in tijd en kwaliteit voor zorgprofessionals

We zijn allemaal druk, maar zijn we wel met de goede dingen bezig? Zorgprofessionals kunnen dit meten met Timesview®, een instrument waarmee eenvoudig inzichtelijk wordt hoe de tijdsbesteding in een intramurale setting is. Dit geeft een objectieve onderbouwing van de beleving van de werkdruk en vormt de basis voor een open gesprek over kwaliteitsverbetering.

Timesview® meet de daadwerkelijke tijd die aan iedere cliënt wordt besteed zonder hier een waardeoordeel aan te koppelen. Het is niet bedoeld als controlesysteem maar een middel om het gevoel en de werkelijkheid van zowel zorgprofessionals, cliënten als verwanten bij elkaar te brengen en te onderbouwen.

De administratieve belasting van dit onderzoek is voor zowel de cliënt als de zorgprofessional nihil. Het is papierloos en verloopt digitaal aan de hand van kleine zenders (kleiner dan een mobiele telefoon) met een Wi-Fi verbinding. Medewerkers dragen deze zenders een periode bij zich en hoeven aanvullend niets in te voeren.

Timesview® is steekproefsgewijs in te zetten: als nulmeting en als voortgangsmeting. Verschillende organisaties pasten Timesview® inmiddels toe. Zo zette een middelgrote GGZ-instelling Timesview® in om medewerkers op weg naar zelfsturing inzicht te bieden in de tijdsbesteding. TimesView® hielp om kritisch naar de eigen werkzaamheden te kijken en om in gesprek te gaan over kwaliteits- en doelmatigheidseisen. TimesView® creëert transparantie op het niveau waar de kwaliteit van de zorg voornamelijk ontstaat, namelijk in het (directe) contact tussen medewerkers en cliënten.

Meer informatie?
Lennart Homan en Patrick Jansen Patrick Jansen, t. 053 – 433 05 48, vertellen u graag meer over de toepassingsmogelijkheden van Timesview®.

Capaciteitbepaling inkoop vervoer

Voor een regio van 19 gemeenten voert bureau HHM een scenarioanalyse uit van het doelgroepenvervoer. Deze gemeenten werken samen aan de centrale organisatie en inkoop van het vervoer. Onze analyse ondersteunt de regio onder andere bij het maken van keuzes voor het wel of niet combineren van vervoer van verschillende doelgroepen, zoals het leerlingenvervoer en het Regiotaxi vervoer.

De regio heeft behoefte aan een cijfermatige onderbouwing van onder andere de aantallen, het soort vervoer, vervoerstijden en de kosten. Bureau HHM ontwikkelde het planningsmodel OptiTraf, waarmee gemeenten inzicht kunnen krijgen in hoe zij het doelgroepenvervoer kwalitatief kunnen verbeteren en tegelijkertijd kosten kunnen besparen.

Dit model wordt nu ingezet om twee scenario’s met elkaar te vergelijken en door te rekenen:

Scenario 1

Wat gebeurt er bij een volledige scheiding van het Regiotaxivervoer en het leerlingenvervoer waarbij de kwaliteitseisen geborgd blijven?

Scenario 2

Wat gebeurt er als er voor beide vervoersvormen een gecombineerde planning komt, waarbij uiteraard ook de kwaliteitseisen geborgd blijven?

Per scenario stelt bureau HHM een rooster op voor een gemiddelde week, adviseert over start- en eindpunten en welk soort voertuig nodig is en rekent door wat de kosten zijn. De regio kan de resultaten gebruiken om te komen tot een zo optimaal mogelijk scenario, waarbij de kwaliteit van het vervoer voorop staat.

OTD Werkatelier | Verbind de veiligheidketen met de zorgketen

Bureau HHM verzorgde in oktober en november verspreid over het land diverse werkateliers over het verbinden van de zorg- en veiligheidsketen. Opdrachtgever was het Ondersteuningsteam Decentralisaties (OTD). Er was veel belangstelling van onder meer gemeenten, veiligheidshuizen en Veilig Thuis-organisaties. Tijdens de werkateliers is uitleg gegeven over de door bureau HHM ontwikkelde programmatische Aanpak ter Voorkoming van Escalatie (AVE). AVE verbindt de zorg- en veiligheidsketen, helpt helder te krijgen wie wanneer regie voert en hoe processen van op- en afschalen verlopen. Mieke Looman en Sophie ten Hove van Bureau HHM begeleidden de werkateliers.

AVE is ontwikkeld in opdracht van de gemeente Leeuwarden en de NDSN. In de werkateliers is uitleg gegeven over de inrichting van de zorg en veiligheidsketen aan de hand van de Aanpak Voorkoming Escalatie.
Het uitgangspunt van AVE is dat burgers zoveel mogelijk zelf regie over hun leven hebben. Als dat niet (meer) lukt, is hulpverlening nodig. Veelal wordt hulp geboden door meerdere professionals. Goede samenwerking, duidelijkheid over regie, op- en afschalen en verantwoordelijkheden is daarbij cruciaal. AVE creëert hierin lokaal en regionaal helderheid.

Veel gemeenten gaven aan dat AVE een bruikbare kapstok is bij het inrichten van de zorg en veiligheidsketen, maar ook om de bestaande inrichting aan te scherpen. Een aantal gemeenten en Veiligheidshuizen sprak de hoop uit dat landelijk hetzelfde model wordt gebruikt om de zorg- en veiligheidsketen met elkaar te verbinden. Nu vindt elke gemeente min of meer zelf het wiel uit waardoor iedereen een andere taal spreekt.

Tijdens de werkateliers kwam ook naar voren dat het delen van informatie en privacy een thema is waar verschillende partijen in de praktijk mee worstelen, zeker bij escalatie van complexe domein overstijgende problematiek. Mieke Looman en Sophie ten Hove denken graag met u mee over dit thema, maar ook over andere thema’s die raken aan de inrichting van de zorg- en veiligheidsketen in uw regio.

Meer lezen?

Publicatie: Transitie Commissie Sociaal Domein ‘Mogelijk maken wat nodig is’ – casus nummer 12 beschrijft een praktijkvoorbeeld van opschaling.

Boekje: Aanpak Voorkoming Escalatie

Flyer: Aanpak Voorkoming Escalatie

Persbericht: Leeuwarden maakt escalatiemodel voor sociale incidenten

Neretnemirepxe – Omgekeerd experimenteren

De casemanager dementie krijgt van de WMO consulent te horen dat dagbesteding voor mevrouw De Vries niet meer mogelijk is omdat mevrouw zeer verward is. Ze komt in aanmerking voor de Wlz en moet maar naar het CIZ gaan om een indicatie aan te vragen. Meneer De Vries vindt dit heel vervelend. Hij wil graag zijn vrouw zo lang mogelijk thuishouden en heeft het huishouden samen met zijn kinderen aardig georganiseerd. De dagbesteding van zijn vrouw heeft ook hij nodig om zelf even bij te komen en boodschappen te kunnen doen. Daarnaast is in de Wlz de eigen bijdrage hoger dan wanneer zij wijkverpleging via de Zvw ontvangt. Mevrouw krijgt 6 weken later een indicatie en verhuist naar een verpleegunit.

Wmo 2015, artikel 2.3.5, lid 6 en de memorie van toelichting geven aan dat dit niet zo had hoeven gaan. Maar wie weet dit nou?

De zorgverzekeraar zegt geen casemanagement meer te willen betalen. Zorgverzekeraars gaan verschillend om met de Nza-beleidsregel Ketenzorg Dementie. De ketens hebben dikwijls te maken met verschillende regels of werkafspraken in hun regio. De palliatieve zorg kent dergelijke voorbeelden ook. Wie heeft dit scherp?

Zou het zo kunnen zijn dat veel knelpunten in de zorg ontstaan door gebrek aan actuele kennis? Door een te strakke interpretatie van de wet- en regelgeving? Dat het lijkt alsof goede zorg niet meer bekostigd wordt op basis van wettelijke kaders terwijl dit het gevolg is van het beleid van de gemeente of dat van de zorgverzekeraars?

In Friesland zijn gedurende 5 jaar lang experimenten aangejaagd of gevolgd die moesten aantonen dat knelpunten in de wet zaten. Wat bleek? Er was veel meer toegestaan dan menigeen dacht. Knelpunten zaten slechts zelden in de wet maar veel meer in het gedrag van organisaties. Vergelijkbare ervaringen kwamen naar voren uit de Experimenten Regelarme instellingen (ERAI).

Wij zien goede mogelijkheden in een ontschot integraal budget voor de optimale ondersteuning en zorg voor mensen met dementie. De scenario’s hiervoor liggen al klaar. Met leerdoelen.

Wij opperen graag het idee van Neretnemirepxe. Omgekeerde experimenten: gewoon doen. Combineer omdenken, Theory U, organisch veranderen, Huber, levenskracht, kennis van actuele wet- en regelgeving en veranderkracht in een Tnemirepxe. In dat Tnemirepxe werk je samen met alle betrokkenen aan het optimaal gebruik maken en inoefenen van het huidige systeem. Ook binnen de perken blijken de mogelijkheden onbeperkt. Wat werkt daarin wel en wat niet? Leer daar van en deel de kennis.

Combineer dat met een experiment waarin een ontschot budget voor bijvoorbeeld de dementiezorg mogelijk wordt gemaakt en combineer de leerpunten van beide trajecten. Zo bouw je concreet en doelgericht naar een betere zorg en ondersteuning van mensen die dat werkelijk nodig hebben. Want daar is de wet- en regelgeving voor bedoeld: er staat nergens dat die niet met elkaar mogen communiceren.

Door: Sanja Bouman, bureau HHM

Reageren?
Mail naar Sanja Bouman

Dagbesteding voor de toekomst

Waarom kiezen tussen houtbewerking, metaalbewerking of groenvoorziening, als je passie en talent ligt bij bakken? Passende dagbesteding voor een cliënt met een beperking. Hoe vind en organiseer je die? Veel organisaties zijn zoekende op het vlak van dagbesteding en arbeidsmarktparticipatie. Zorgorganisatie Siza loopt voorop met haar aanpak “Werken naar waarde”. Bureau HHM ondersteunt Siza, HHM adviseur Robin Hulsink deelt zijn ervaringen.

De best passende invulling voor een cliënt met een beperking zou prima gevonden kunnen worden bij een lokale voetbalvereniging, buurtsuper, of andere zorgorganisatie. “Maar het is natuurlijk best spannend om als organisatie te zeggen ‘als wij het niet in huis hebben dan kijken we bij een ander”, aldus Robin Hulsink. “Het mooie van de aanpak van Siza is dat zij echt bereid is om buiten de kaders van de eigen organisatie te kijken om de cliënt zo goed mogelijk te ondersteunen. Het eigen aanbod is niet langer uitgangspunt. Er wordt veel breder gekeken. Wat zijn de mogelijkheden van een cliënt en waar liggen de interesses? Met als resultaat een cliënt die beter op zijn of haar plek is en daarbij is iedereen gebaat”.

Robin was als adviseur betrokken bij het vertalen van de aanpak van Siza naar een praktisch instrument om het gesprek met externe partijen aan te gaan: “Veel organisaties weten dat de cliënt centraal moet staan en stellen de cliënt (op papier) ook centraal. Maar voor de vertaling naar de praktijk is ambitie en lef nodig. Je moet het durven om de organisatiebril af te zetten en kritisch door de bril van cliënten kijken. Om vervolgens het gesprek te voeren met netwerkpartners en financiers is het van belang om ook deze brillen op te zetten. Laat het organisatie-denken en vakjargon los en ga terug naar de basis.”

Over Siza
Siza is een zorgorganisatie die midden in de maatschappij staat en haar energie, kennis en kunde inzet om mensen met een beperking zodanig te ondersteunen dat zij hun leven kunnen organiseren. Siza wil van betekenis zijn, kansen scheppen, verantwoordelijkheid nemen en dit alles met plezier doen. Ze is daarbij op verschillende terreinen in beweging om goed in te spelen op ontwikkelingen.

Meer informatie
Neem gerust contact op met Robin Hulsink of bel 053 – 433 05 48.

Actueel voor zorgaanbieders in de langdurige zorg: extra middelen ‘Waardigheid en Trots’

Vanaf 2016 zijn er structureel extra middelen beschikbaar voor kwaliteitsverbetering in verpleeghuizen. Van 2016-2020 worden deze middelen ingezet voor een zinvolle invulling voor bewoners en het versterken van de deskundigheid van personeel. Het extra geld kan worden aangevraagd bij het eigen zorgkantoor door het indienen van een plan dat beschrijft hoe de middelen worden ingezet.

Bureau HHM kan u helpen bij het schrijven van dit plan. Dit doen wij met kennis van de sector op een praktische wijze, met de visie dat het plan moet leiden tot een onomkeerbare verandering in uw organisatie. De uitvoer van het plan moet leiden tot een resultaat dat ‘er toe doet’. Daar gaan wij samen met u naar op zoek; zowel voor de zinvolle en passende daginvulling als de bestendige deskundigheidsbevordering van uw personeel.

Meer weten?
Neem contact op met Ina Diermanse via i.diermanse@hhm.nl of 06-22380562.

Dementieketens: Er moet iets gebeuren

In opdracht van het ministerie van VWS analyseerde Bureau HHM experimenteervoorstellen van dementieketens.

De zeven voorstellen geven allen blijk van een mooie ambitie om de zorg voor mensen met dementie te verbeteren. De dementieketens zetten steeds meer stappen in hun professionalisering en samenwerking ten gunste van de kwaliteit van de dementiezorg in hun regio. Zij opereren in een wisselend en dynamisch speelveld, waarbij het volgen en snappen van de wijzigende wet- en regelgeving en de manier waarop partijen hiermee omgaan een uitdaging is. Zie bijvoorbeeld het overzicht met verschillende financieringsstromen binnen de dementiezorg.

De ketens ervaren diverse knelpunten. Deze liggen op het terrein van samenwerking, kennis, beleid en veranderende wetgeving. In de dagelijkse praktijk lopen deze knelpunten door elkaar. Zo lijkt het soms dat een knelpunt wordt veroorzaakt door wettelijke regels, maar is de diepere reden een stagnerende samenwerking. En dan helpt het aanpassen van de wet niet. Tegelijkertijd zien we goede mogelijkheden voor een alternatieve manier van het bekostigen van dementiezorg.

Zie ook: Van Rijn: bekostiging dementiezorg gaat op de schop

Wat kan nu al?
We adviseerden de ketens om de voorstellen verder handen en voeten te geven en met partijen samen stappen te zetten in de uitvoering ervan. Per knelpunt kan vervolgens gericht en concreet geanalyseerd worden waar het nu precies schuurt; gaat het om kennis, samenwerking, beleid of is het echt de wet “die in de weg staat”. Dit inzicht helpt de ketens direct de knelpunten op te lossen of te omzeilen ten gunste van de kwaliteit van de zorg voor mensen met dementie. Daar zouden we nu al mee willen beginnen.

Wat vergt iets meer tijd?
Bureau HHM heeft scenario’s uitgewerkt voor een ontschot budget voor de ondersteuning van mensen met dementie. Hierbij hoort een gericht ondersteuningsprogramma voor de ketens. Het ministerie van VWS kan dan via een AmvB zorgen dat wetgeving met dit doel kan worden uitgezet.

Verhalenketting: Technologie dat is toch niks voor onze bewoners?

Indrukwekkende, ontroerende en mooie momenten. In ons werk als adviseur maken wij dagelijks heel wat mee. Een aantal van deze momenten delen wij graag in de vorm van inspirerende verhalen. De volgende in de reeks is een verhaal van collega Ina Diermanse.

Haar verhaal gaat over de betekenis van technologie voor de zorg. Ze deelt zowel haar persoonlijke als professionale ervaring als trajectbegeleider in een zorgcentrum.

Technologie dat is toch niks voor onze bewoners? – door Ina Diermanse

Duurzame ondersteuning voor een bijzondere sector

In ons werk mag je je vaak helemaal vastbijten in een onderwerp. Afgelopen zomer was dat voor mij de palliatieve terminale zorg. Ik kwam in aanraking met een unieke en bijzondere ‘sector’.

In opdracht van het ministerie van VWS voerde bureau HHM een evaluatie uit van de regeling Palliatieve terminale zorg. Deze regeling faciliteert de vrijwillige palliatieve terminale zorg en houdt een landelijk dekkend netwerk van regionale netwerken palliatieve zorg in stand. De vraag was om signalen, knelpunten en ervaringen over de regeling op te halen bij organisaties die vrijwillige palliatieve terminale zorg thuis bieden, bijna-thuis-huizen, high care hospices en netwerken palliatieve zorg. Ook is ons gevraagd aanbevelingen te doen voor de toekomstige vormgeving, omdat de regeling op 1 januari 2017 stopt.

Voor deze evaluatie sprak ik met medewerkers en vrijwilligers van verschillende organisaties voor (vrijwillige) palliatieve zorg, netwerken palliatieve zorg en belangenbehartigers over de regeling Palliatieve terminale zorg (PTZ). Ik maakte kennis met zeer gedreven netwerkcoördinatoren met een hart voor hun palliatieve netwerk. Het is bijzonder om de betrokkenheid van vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg te zien. Zij ondersteunen bij een moeilijke, maar ook bijzondere levensfase van mensen. Het is een groot goed dat deze vrijwilligers zo’n belangrijke en zinvolle bijdrage willen en kunnen geven.

Bovendien zijn het ook nog heel goed opgeleide vrijwilligers: alle partijen met wie wij spraken, geven aan dat de organisaties voor (vrijwillige) palliatieve zorg daar alom bekend om staan. De regeling Palliatieve terminale zorg zorgt er voor een groot gedeelte voor dat deze vrijwilligers op een juiste manier ondersteund en geëquipeerd worden.

De betrokkenheid van de samenleving bij deze organisaties valt daarnaast op. Veel van deze organisaties kunnen niet bestaan zonder de (financiële) betrokkenheid van de lokale sociale omgeving. Ik herinner mij de bijna wekelijkse berichten in het huis-aan-huis blad in mijn gemeente over de realisatie van een hospice. Veel bedrijven, organisaties en particulieren maakten zich hard om ervoor te zorgen dat dit hospice er nu is.

Opvallend is dat de netwerken en de organisaties over het algemeen erg positief zijn over de regeling. Respondenten ervaren de regeling als eenvoudig, laagdrempelig en transparant. Het is dan ook te begrijpen dat het nadenken over alternatieven en veranderingen voor deze regeling over het algemeen op weerstand stuitte. De meerderheid wil een regeling gelijk aan de huidige regeling.

Adviseren wat er per 1 januari 2017 moest gebeuren met de regeling was niet zo moeilijk, maar wij hebben ons ook de vraag gesteld hoe de ondersteuning aan vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg en de netwerken het beste tot zijn recht komt als we bijvoorbeeld tien jaar vooruit kijken. In het licht van de veranderingen in de zorg wogen we de voors en tegens voor alle wettelijke kaders zorgvuldig af en adviseerden om een regeling, gelijk aan de huidige regeling, tot en met 2020 in te zetten en daarbij eisen te stellen aan kwaliteitsverbetering.

Een advies voor een toekomstbestendige palliatieve terminale zorg.

Lees ook:

Effectmeting: impact ECD op werkdruk zorgprofessional

Wat betekent de implementatie van een Elektronisch Cliënten Dossier (ECD) voor de werkdruk van zorgprofessionals? Bureau HHM is gevraagd om dit te meten voor een zorgorganisatie (VVT). De resultaten zijn niet alleen relevant voor de zorgorganisatie zelf maar om ook het gesprek te blijven voeren met het zorgkantoor over initiatieven die er op gericht zijn de kwaliteit van de zorg te verbeteren.

Bureau HHM start met een nulmeting naar de kwantitatieve administratieve werkdruk. Nadat het ECD volledig is geďmplementeerd volgt een tweede meting om het verschil in werkdruk vast te stellen. De verwachting is dat het invoeren van het ECD onder andere leidt tot een afname van de administratieve werkdruk waardoor er meer tijd is voor de cliënt. De uitkomsten van de effectmeting worden in het tweede kwartaal van 2016 verwacht.

Benieuwd naar hoe wij zo’n effectmeting uitvoeren? Lennart Homan vertelt u er graag meer over.

Staatssecretaris Van Rijn kan zich vinden in advies bureau HHM over Regeling palliatieve terminale zorg

‘Ik vind de inzet van vrijwilligers in de palliatieve zorg belangrijk en wil dit duurzaam blijven ondersteunen’, dat schrijft staatsecretaris Van Rijn deze week in een Kamerbrief. De brief gaat over de evaluatie van de Regeling palliatieve terminale zorg (Rptz). Bureau HHM onderzocht hoe de Rptz ervaren wordt en adviseerde de staatssecretaris om de huidige subsidieregeling tot en met 2020 voort te zetten maar dan wel met hogere eisen aan kwaliteitsverbetering.

De regeling bestaat sinds 2007 en regelt subsidies die op aanvraag kunnen worden verstrekt aan organisaties die vrijwillige palliatieve terminale zorg thuis bieden, bijna-thuis-huizen en high care hospices.en netwerken palliatieve zorg. Van Rijn laat met de brief weten dat hij zich kan vinden in het advies en het advies van bureau HHM op hoofdlijnen opvolgt.

Lees ook:

Kamerbrief Over rapport HHM Evaluatie Regeling PTZ en vragen inzake palliatieve zorg in het AO Decentralisatie Wmo/Wlz van 9 september jl.

Rapport Evaluatie regeling Palliatieve terminale zorg

Integraal budget wijkverpleging

Van uren declareren naar een jaarlijks budget voor de hele wijk. In drie gemeenten start op 1 januari 2016 een pilot waarbij zorg niet meer per uur of handeling wordt afgerekend, maar voor een hele wijk. De pilot behelst een grote omslag in de zorginkoop waarbij onduidelijk is wat de (on)gewenste consequenties zijn voor de cliënten en zorgaanbieders. Actiz heeft bureau HHM gevraagd om de effecten te monitoren.

De proef met budgetfinanciering gaat in 2016 van start in de gemeenten Utrecht, Zwolle en Ommen/Hardenberg. Zorgaanbieders spreken van tevoren met Achmea een jaarlijks budget af voor het leveren van zorg aan de hele wijk. Zorgaanbieders konden zich inschrijven op een wijk, waarbij zij zelf met een voorstel kwamen. Bij de beoordeling van de inschrijvingen is gekeken naar de prijs, de bekendheid met de wijk, het plan van aanpak en de beoordeling door andere zorgverleners in de buurt, zoals huisartsen en het ziekenhuis. Het contract dat de partijen sloten is drie jaar geldig, zodat er tijd is om iets op te bouwen in de wijk.

Bureau HHM ondersteunt gemeenten bij toekomstbestendige visie doelgroepenvervoer

De veertien Twentse gemeenten willen het doelgroepenvervoer beter en slimmer organiseren. Bureau HHM ondersteunde de gemeenten bij het ontwikkelen van een nieuwe visie op doelgroepenvervoer die de basis moet vormen voor een nieuw regionaal vervoerssysteem.

Samen met de Twentse gemeenten onderzocht bureau HHM hoe zij samen kunnen werken aan een toekomstbestendig regionaal vervoerssysteem met als voorwaarde dat iedereen in Twente mee kan blijven doen in de samenleving. Dit resulteerde in een gezamenlijke Twentse visie op vervoer. De Twentse gemeenten lopen met het ontwikkelen van deze visie voorop en zijn hiermee een voorbeeld voor veel andere gemeenten.

Wilt u meer weten over dit onderwerp? Lennart Homan en Harry Doornink vertellen u er graag meer over.

Lees ook:
Twentsche Courant Tubantia 15 oktober 2015
Nieuwe vorm van vervoer vervangt Regiotaxi in Twente

Blog Albertus Laan: Meepuzzelen met de gemeente

Omdenken, doe het maar eens. Deelnemers aan de Inspiratie- en netwerkbijeenkomst van Special Arts en bureau HHM werden tijdens de Art Brut Bienalle 2015 uitgedaagd om met een andere blik te kijken naar het veranderende zorglandschap. Albertus Laan stelde deelnemers de vraag: “Wie beschouwt de gemeente als klant?”. De antwoorden verbaasden hem. Hij schreef er een gastblog over voor de kennisbank van Special Arts.

Meepuzzelen met de gemeente

Verhalenketting: U bent toch overal voor?

Indrukwekkende, ontroerende en mooie momenten. In ons werk als adviseur maken wij dagelijks heel wat mee. Een aantal van deze momenten delen wij graag in de vorm van inspirerende verhalen. De volgende in de reeks is een verhaal van collega Angela Welling.

Angela vertelt over haar ervaringen in haar functie als kwartiermaker en interim teamleider van een wijkteam. ‘Ik schakel voortdurend tussen beleid en praktijk. Hoe gaan we het inrichten, wat hebben we hiervoor nodig en kan het ook anders?’

U bent toch overal voor – door Angela Welling